Vandaag,
precies een jaar geleden stapte ik voor het laatst het huis uit, door
de tuin richting Emanuel. Hij wenste me een goede reis naar Europa.
Raf
zei tegen hem: “Tot over een paar weken.”
Ik zei
niets.
In de
auto rolden de tranen over mijn wangen en ik zag dat Ansumana me via
zijn binnenspiegel bekeek. De laatste keer door de straat, langs alle
controles bij de grens met Gambia, de laatste keer op het vliegveld
in Banjul. Ansumana zei tegen me dat Raf nog wel van gedachten zou
veranderen en dat ik nog wel terug zou komen naar Afrika.
Ik
zei: “Reken daar maar niet op. Het ga je goed Ansumana, zorg goed
voor Emanuel straks.”
Een
dag later was ik in mijn eigen huisje in Nederland. Het eerste wat
echt helemaal van mij alleen was. De volgende avond ging ik naar een
feest van vrienden en ik hield me groot, denk ik toch.
Dat
weekend viel de laatste sneeuw van maart, voor mij de eerste in
Europa.
Het
was een koud welkom.
Het
afgelopen jaar heb ik veel meegemaakt. Ups en downs, beetje normaal
als je net uit een relatie komt. Ik schreef mijn derde boek over onze
avonturen in Senegal verder af. Raf had me zijn zegen gegeven, al
wist hij dat het over zijn negatieve kanten ging. Hij werd tenminste
weer genoemd in een boek. Hij was er trots op dat ik over hem schreef
en hij zei er tevens bij dat ik er toch geen ging verkopen, want daar
was ik ook al zo slecht in.
Ik ben
inderdaad geen goede verkoper, ik ben daar te verlegen voor. Ik durf
niet zomaar ergens op af te lopen en te zeggen dat ik graag zou
willen dat ze mijn boek kopen of verkopen. Het zit niet in mijn
bloed. Ik ben te zacht.
Maar
het boek is af en ik ben er trots op. Ik heb over de titel overlegd
met mijn kinderen en ook over de cover van het boek. Maar ik heb ze
er nog geen durven geven. Mijn andere vijf boeken waren geen
probleem, maar iets bij dit boek houdt me tegen. Het is te pijnlijk.
Het
was een mijlpaal die me veel heeft doen twijfelen, maar dat twijfelen
is me aangeleerd in mijn laatste relatie.
Ik was
dus terug in Europa, er viel veel te regelen en ik deed zo maar heel
weinig. Ik heb mijn huisje voor de helft geverfd, mijn tuin is half
af, mijn rommel is niet helemaal opgeruimd, ik zit te vaak nog in de
achtbaan...ik wil er zo graag uit! Het maakt me misselijk.
De
oplossing? Daten misschien? Ik dacht dat ik iemand nodig had in mijn
leven, om te kunnen leven, maar tijdens de koffie of bij het pintje
vielen me tikjes op. Niet perse bij de man waarmee ik aan tafel zat,
maar ook bij mezelf. Vooral bij mezelf, ik was er niet aan toe. Er
waren er bij die me wisten te vertellen wat ik allemaal in mijn huis
moest veranderen, verbouwen, wat dan ook. Dat ging erover. Ik had al
jaren gehoord dat ik van alles anders moest doen en dat ik het niet
goed wist en niet goed deed. Niemand hoeft me dat nu te komen
vertellen in mijn eigen huis. Ik koop wel spaarlampen als deze stuk
zijn, ik weet dat ik niet mijn laptop zo dicht mag doen, dat ik eerst
fatsoenlijk moet afsluiten, ik slik vitamine als ik dat wil. Ik werd
niet verliefd. Ik voel helemaal niets.
Ik
voel helemaal niets!
Ik
werd opnieuw geopereerd in september, precies een jaar na de vorige
operatie. Ik knapte op en tevens werd mijn boek in die maand
uitgegeven. Een nieuw begin? Of blijven de twijfels nog bestaan? Ik
besloot te blijven knokken.
Ik zou
mijn verjaardag vieren in mijn eigen huisje. Mijn ex zou komen met
onze kinderen en mijn broers en zus ook met mijn moeder.
Mijn
verjaardag viel echter in het water door een akkefietje bij café De
Wit. Ik werd op straat gevonden en die man heeft me veilig naar huis
gebracht. Ik ben daarna onderzocht door de huisarts en in het
ziekenhuis. Ik heb geprobeerd verhaal te halen bij de baas van café
De Wit, maar kreeg weinig antwoorden. Hij zei wel dat hij twee uur
bij de politie had gezeten en dat het eerder was gebeurd in zijn
café, maar die vrouw liet hij niet meer binnen met haar leugens. Ik
ben toen ook maar naar de politie gegaan en heb mijn kant van het
verhaal daar verteld. De agente zei dat meneer er helemaal geen twee
uur had gezeten, hooguit een kwartier. Maar ze kon/wilde me verder
niet helpen. Na veel gezeur van mijn kant wilde ze er wel een
aantekening van maken dat ik ook langs geweest was. Vorige week heb
ik gehoord dat café De Wit dicht is. Is dat geen feestje waard?
Ik ben
in de kerstperiode bij mijn familie gebleven, mijn zus haalde me op
met mijn verjaardag en op 3 januari keerde ik met mijn jongste terug
naar huis. Hij bleef gezellig tot de kerstvakantie afgelopen was.
1
februari 2019 kwam het keerpunt. Het twijfelgevoel verdween. Er werd
een positieve deur geopend. Er werden handen uitgestoken en ik nam ze
met beide handen aan.
Februari
was een rare maand, een jaar geleden kwam Raf terug uit Europa met de
melding dat hij me nooit meer wilde zien en dat ik in Senegal niet
meer gewenst was. Ik dacht dat ik er een jaar later geen last van zou
hebben, maar het deed me op die dag wel wat. Ik huilde.
Februari
was een fijne maand, ik liep iemand tegen het lijf. Elektriciteit
door heel mijn lichaam. Het maakte me bewust. Ik had verdoofd rond
gelopen, een hele tijd. Te lang. Ik zocht op de verkeerde plekken,
naar de verkeerde dingen. Wilde me vastklampen aan het verleden,
wilde het verleden terugdraaien, wilde me verschuilen in het
verleden. Maar dat gaat natuurlijk niet.
Februari
gaf me antwoorden, die eigenlijk al langer voor me lagen. Ik had
alleen de verkeerde bril op.
De
roze wolk is al lang verdwenen, de vlinders in mijn buik liggen
allemaal op hun rug met de pootjes omhoog.
Ik
kwam kapelaan Jochem tegen, hier in Terneuzen op de openbare
wijkraadvergadering kwam hij praten over eenzaamheid. Na de
vergadering ging ik met hem praten, want ik voel me van tijd tot tijd
heel eenzaam. Ik voel hoe ik weg slip en als ik niet snel reageer dan
besta ik niet meer. Ik heb het besef wat er met me gebeurt, dat maakt
dat ik er iets aan kan doen.
Wat
wil nu verder het geval met kapelaan Jochem? De wereld is af en toe
klein en lot bestaat. Mijn zoon en zijn vriendin vroegen op de
verjaardag van mijn dochter of het 'hun' kapelaan Jochem was? Hij had
in mijn oude dorp gestaan en mijn zoon had met hem gepraat tijdens
een barbecue. Hij had verteld dat zijn mama in Terneuzen woonde en
als de kapelaan haar tegen zou komen moest hij haar maar de groeten
doen. Is dat niet grappig?
Grappiger
was in dit geval dat Lars en Minka aan mij die dag ook vroegen om hun
groeten over te brengen aan de kapelaan. Hij kwam op dinsdagochtend
26 februari, op de verjaardag van mijn dochter bij mij op de koffie.
Ik begon mijn verhaal tegen hem, met de groeten van Lars en Minka.
Hij kon er wel mee lachen en ik kreeg ook de groeten van mijn eigen
zoon.
Daarna
hadden we een verlichtend gesprek en na de nodige tranen
(afvalstoffen moeten er toch ook uit) vond ik wat ik al een tijd
zocht. Ik vertelde dat mijn kinderen en hun papa me al hadden
vergeven, maar dat ik het zo moeilijk vond om mezelf te vergeven. Ik
kon niet accepteren wat ik in het verleden gedaan had, ik kon (en
kan) het niet verdraaien, terugdraaien, maar ik kan het wel beter
maken in de toekomst. Ik vond vergeving. Er viel zo veel van me af
tijdens dat gesprek.
De
laatste dag van februari kwam het licht weer langs, net als de eerste
dag van februari en hij sprak de woorden over mijn zoektocht om terug
de schittering in mijn ogen te krijgen.
Ik
weet niet of hij beseft dat hij me die gegeven heeft. Hij maakt het
goede in me los en ik besef dat ik geen man nodig heb om te leven. Ik
heb vooral mezelf nodig.
Maart
bracht een dipje, even dacht ik dat de twijfel zijn voet tussen de
deur stak. Ik laat het echter niet binnen. Er is zoveel moois te
vinden en de horizon bevat het woordje zon. Wat wil een mens nog
meer? Geluk zit in de kleine dingen.
Het
jaar is voorbij gevlogen. Soms vloog ik daarbij uit de bocht, maar
iemand en niemand hielpen me terug op mijn pad. Op naar het volgende
jaar en de zon schijnt alle dagen.
Ik
weet! Ik voel weer! Ik besta! Ik ben!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten