woensdag 31 juli 2019

Het kan


Het wachten op het ziekenhuis maakt heel wat in me los. Het derde jaar op rij aan hetzelfde geopereerd worden, tja wat zal ik er van zeggen? Ik loop dagenlang met allerlei bedenkingen en overleg veel met mezelf. Mijn huisarts is met vakantie, dus een ander heeft me doorverwezen naar het ziekenhuis. Ik mis een praatpartner met wie ik zulke zaken kan bespreken en mijn gevoel bij kwijt kan. Ik heb wel een paar mensen bij wie ik soms terecht kan, maar ik wil niemand tot last zijn. Niet (te)....

Ik loop dus met regelmaat hier in Terneuzen naar de waterkant. Laat de golven de boten en mijn gedachten meevoeren. Ik praat tijdens het lopen tegen mezelf en zie verschillende hoofden draaien. (Nee ze heeft geen oortjes in en is dus niet aan het bellen)
Verschillende puzzelstukken vallen op hun plaats. Ik kan veel opzoeken op internet en dat neem ik dan mee op wandeling. Het kost allemaal extra energie, soms wordt het best zwaar, maar er zit maar een ding op: Doorzetten. Knokken en niet bij de pakken neer gaan zitten. Dan kom je ook nergens. Eergisteren zat ik bij het water, daar kwam onderstaande bovendrijven.

Ik zou zo graag diep in je kruipen en ook weer niet
ik ben verdwaald op een rechte weg
het pad is niet duidelijk meer
alsof ik in een ronde loop
kruip
is meer het woord
waarheen is de vraag
en kom ik je ooit weer tegen
ik voel me zielsalleen
verlang zo
naar het onbereikbare
het ergste is
dat ik me er steeds voor sluit
er staat geen muur rond mij
ik leef op een eiland
met kilometers water rondom
ik hoop dat je goed kunt zwemmen
ik kan niet zwemmen
ik wil niet zwemmen
wil enkel zweven
vol passie weer leven
gelukkig sterven

En daarna volgde deze:

Zal de operatie een ander mens maken van mij?
Kom ik er gebroken uit?
Of voel ik me vrij?
Vragen, vragen, vragen.
Meer dan antwoorden.
Zal het wel goed verlopen?
Zal ik pijnloos door het leven gaan?
Ik kan alleen maar hopen op een pijnloos bestaan.
Soms denk ik wel:
Wat heb ik ooit verkeerd gedaan?
In dit of vorig leven?
Is dit nu mijn straf?
Of werkt het niet zo?
Wie kan me antwoord geven?
Vragen, vragen, vragen.

Een nieuwe operatie geeft vragen, overpeinzingen en ook een nieuw begin. Daar focus ik me vooral op. Ik heb nog zoveel te doen, zoveel is er te beleven, ik heb nog zoveel te geven.
En dat kan.

maandag 29 juli 2019

Vol passie


Ik wil me graag verliezen in jou
vol passie en overgave
staren en verdrinken
trek me op de kant
reik me je hand
ik wil zo graag verliezen

ik wil je graag bekoren
vol passie en overgave
naar je luisteren en horen
wat je te vertellen hebt
geen woorden
laat je handen spreken
maak me week
ik geef me over
vol passie
streel mijn huid
laat elke cel vibreren
ik hoef het je niet te leren
krijg al kippenvel bij de gedachte alleen
aai me
ben teder
ben zacht
ben helemaal van mij
ik ben vol passie
puur van genot
van jou

laat me verdrinken in je ogen
laat me smelten op je huid
laat me zinken in je zijn

vrijdag 26 juli 2019

Dank je


De stilte in mij is terug gekeerd
ik ben wie ik ben
geniet van mijn zijn
geluk ervaar ik dag na dag
in alle kleine en grote dingen
in stilte en in liedjes zingen
genot is overal

een streling van de koele wind
een kaartspel met mijn jongste kind
zelfs verliezen doet geen pijn
genot is steeds het samenzijn

de zon op mijn huid
wind door mijn haar
de lach op zijn gezicht
als hij weeral wint
zijn teksten vol humor
zo droog als maar kan
het uit de hoek komen
daar geniet ik zo van

het leidt me af van wat komen gaat
grappend en grollend over straat
de zon erbij en ook de wind
dankjewel mijn jongste kind

woensdag 24 juli 2019

Overpeinzing


Heerlijk is het leven
zal de dood ook heerlijk zijn
heb ik alles al gegeven
ben ik straks af van de pijn

wachtend op een nieuwe operatie
het geeft een mens vragen
angst en moed
straks ga ik weer als nieuw verder
maar als ik erin blijf is het ook goed
ik ben tevreden met wat ik heb gehad
ik heb niet altijd goed gedaan
maar bleef wel overeind
in dit niet eeuwige bestaan

de drie beste dingen zijn mijn eigen vlees en bloed
ze maken me telkens trots en dat doet goed
het gaf me vaak moed
om door te blijven knokken
al wou ik eerlijk gezegd er wel eens mee nokken
maar van treuren en mokken
is niemand blij groot geworden toch

als na de operatie mijn lijf weer wil
en de wereld staat niet meer zo vaak stil
dan zul je me horen



Denk nu niet meteen dat ik er een einde aan ga maken, ik vraag me enkel af en diep van binnen weet ik het antwoord wel: “Er is leven na de dood”.
Iedereen klaagt over het te warme weer, maar voor mij betekent het dat ik iets minder pijn heb. Van mij mogen er meer dagen warm zijn. Als het ietsje gespreider kon, maar helaas kan de mensheid het weer nog niet beheersen en controleren en sturen.


maandag 22 juli 2019

Waargebeurd verhaal


Nog maar eens eentje uit mijn vierde boek: Twee stappen voorwaarts drie stappen terug.

Soms is het echt niet verwonderlijk dat het ginds niet vooruit gaat.

Het komt...het komt...

Het stuk grond waar we willen gaan starten met het project, bevindt zich vlak voor het dorpje Kassel. We zijn in April 2014 al gaan praten met de bevolking van Kassel of we de grond konden kopen van deze mensen? Dat vonden ze goed. Toen we terug in België waren hebben ze via email een acte de vente (een verkoopakte) opgestuurd en we hebben dat netjes ingevuld en nog wat vragen gesteld?
Later bleek dat ze die grond helemaal niet kunnen verkopen, want het is grond van de staat Senegal. “Maar”, zeiden ze, “kom maar gewoon naar hier dan lossen we dat wel op en dan kun je beginnen met het project en dan verdienen wij alvast geld.”
Nee”, zei Rafael, “ik begin niet zonder de juiste papieren.”

We regelen ondertussen wel alles voor onze verhuis naar Afrika. Er zijn al spullen onderweg met de boot en half september gaan wij met het vliegtuig ook die kant op.
In juli is er via Skype nog gevraagd of Rafael toch zeker wel zou komen om zijn project te doen bij de mensen van Kassel en Kafountine.

In september maken we de grote oversteek, we gaan in Afrika wonen en gaan daar een project starten om de mensen vooruit te helpen.
We zijn al een paar weken ter plekke en we hebben verschillende ontmoetingen gehad bij de burgemeester en de gemeenteraad. Iedereen is er klaar voor, behalve de papieren. Wij maken van al onze papieren kopieën en het dossier langs onze kant is volledig. De burgemeester heeft alle papieren van ons. Het is wachten op de papieren van Senegal om het project te kunnen starten.
Ze zeggen telkens: “Begin alvast maar te graven, de papieren komen wel.”
Maar Rafael wil nog niet graven en mensen betalen, zonder officiële toestemming.
Half december staat een trip naar Europa op onze planning en de gemeente belooft dat de papieren voor ons vertrek in orde gemaakt zullen worden. De carte résident (verblijfsvergunning) en de papieren dat het stuk land in bezit zal zijn van Rafael.
Ons vertrek naar Europa nadert en we vragen nog een keer hoe het zit met de papieren?
Het komt...het komt...”

Niet dus.
We vertrekken naar België en zij beloven dat de papieren bij onze terugkeer klaar zullen zijn. Dan hebben ze de tijd om er nog eens over te praten en ook om de juiste kanalen te volgen, die nodig zijn voor zo een project. Als we begin februari terug zijn, liggen de papieren niet klaar.
Maar: “Het komt...het komt...”

De mensen van Kassel zitten te wachten, net als wij, om aan het werk te kunnen. Waarom duurt het zo lang? We zijn al een aantal maanden verder en er zijn nog steeds geen papieren. Wij zeggen tegen de mensen van Kassel, dat ze naar de burgemeester moeten gaan en zelf moeten vragen wanneer het project van start kan gaan. We vertellen daarbij dat als ze met het hele dorp gaan, dat het meer effect heeft. Maar nee, dan moeten ze te ver lopen. Het is een kleine acht kilometer. Wij zeggen dat als ze werkelijk willen dat het project er komt, er wel iets gedaan moet worden. Een wandeling van acht kilometer is wel het minste dat ze kunnen doen. Wij zijn 6000 kilometer verhuisd om het project te kunnen starten. Zij hoeven maar acht kilometer. Er zullen toch papieren geregeld moeten worden.
De chief van Kassel, Pierre, gaat wel naar de burgemeester. Hij komt eerst nog een keer langs ons huis om er over te praten. Bij dat gesprek zeggen we: “Als jij de papieren kan regelen dan vieren we een feestje.”
Ja, met een bak Gazelle.” zegt hij.
Natuurlijk met bier, maar wij vinden Gazelle-bier niet het lekkerst. Maar als Pierre het voor elkaar krijgt, zullen we voor hem wel Gazelle in huis halen.
Hij zegt als hij vertrekt: “Het komt...het komt...”

Pierre, chief van Kassel, komen we de dagen daarna overal tegen in Kafountine. Telkens komt hij er dan bij zitten en vraagt ook om bier. Gazelle. We noemen hem vanaf dan: Pierre Gazelle in plaats van Pierre de Kassel. Het klinkt praktisch hetzelfde.

Rafael is uitgenodigd om voor zijn werk naar Saoedi-Arabië te gaan, eind maart. Hij regelt alles voor zijn vertrek. De mensen in Kafountine en Kassel schrikken wakker. Hoe zit het dan met het project? Je kunt toch niet zomaar weg gaan.
Welk project? Er zijn nog steeds geen papieren”, zegt Rafael.
Pierre is bij de burgemeester geweest en die komt naar Kassel om nog een keer over het project te praten. Wij zijn niet uitgenodigd maar, rebels als we zijn, zorgen we dat we die dag toevallig net op die tijd in Kassel zijn. Het is de zondag, net voor Rafael zijn vertrek.

Zondagmiddag, 22 maart, om vijf uur zijn we in Kassel. De hele gemeenteraad is er ook. Meneer Richard zegt dat wij erbij mogen komen zitten. Dat is aardig. De grootste stoel wordt neergezet voor de burgemeester. Hij gaat zitten. De mensen mogen een voor een hun verhaal doen. In het Afrikaans, waar wij niets van kunnen volgen, vertellen eerst de mannen en daarna de vrouwen wat ze willen. Daarna praten om de beurt enkele mensen van de gemeenteraad. De burgemeester doet ook zijn verhaal, dan gaat hij in het Frans verder en vraagt hij wat Rafael gaat doen met het beschermde Mangrove? Want op het stuk grond ligt ook een groot deel Mangrove. Rafael legt uit dat hij de zoute grond vruchtbaar komt maken en groen gaat planten. Het deel dat dus nu al groen ziet, gaat hij niet eerst kappen, om daarna terug te beplanten. Van de Mangrove blijft hij af. De mensen uit het dorp zuchten. Volgens ons heeft de burgemeester gezegd dat Rafael niet zo een goed mens is. Dat hij het beschermde Mangrove weg wil kappen. Dat is dan nu van de baan. Er zijn geen excuses meer om het project niet toe te staan. Het is niet meer nodig om tijd te rekken. Kunnen we dan eindelijk beginnen?
Dan is meneer Richard aan de beurt om nog wat te vertellen. Hij werkt bij de gemeente en heeft ons in het begin netjes geholpen. Hij legt uit dat het de schuld is van Rafael, (ja, je leest het goed), het is de schuld van Rafael dat alles zolang duurt. Want, zo is de uitleg, Rafael heeft iets moeilijks gevraagd of geschreven in zijn papieren en dat snappen ze niet. Ze willen eerst nog tijd nemen om dat uit te zoeken.

De papieren die ze dus al vanaf november hebben, daar moeten ze iets over vragen aan Rafael, in de maand maart? Wij begrijpen er niets van. Rafael geeft een weerwoord in het Frans voor de mensen van Kassel. Hij zegt dat het absoluut niet zijn schuld is en dat de gemeente het niet op hem hoeft te schuiven, dat zij het al zolang rekken. Ze hebben de papieren over het project al vijf maanden en nu is het toch echt tijd voor actie, anders gaat er weer een regenseizoen verloren.
De burgemeester belooft dan, dat hij maandag de papieren zal tekenen. Dat wil dus zeggen, morgen maandag, 23 maart 2015. De dag dat Rafael het vliegtuig naar Saoedi-Arabië pakt. De vraag is even hoe ze dan gaan starten, maar al gauw wordt er gezegd dat Ilonka dan wel kan beginnen met de mannen. We lachen er eens mee. Eerst maar kijken of de burgemeester nu wel de papieren tekent?
Na twee weken komt Rafael terug naar Senegal. De papieren liggen nog steeds niet klaar.
Maar: “Het komt...het komt...”

Hij is al een week thuis en er komt nog steeds geen nieuws. We gaan eten in Kafountine, het is zaterdag, drie weken na de belofte van de burgemeester dat hij zou gaan tekenen. Toeval wil dat de burgemeester in hetzelfde restaurant komt eten. Rafael schudt hem de hand en vraagt hoe het staat met de papieren?
Maandag.” belooft de burgemeester. Alweer!
Oké, dan kom ik maandag naar het gemeentehuis om tien uur.” zegt Rafael.
Elf uur is beter.” zegt de burgemeester.
Er zit alweer een beetje speling op. Maandagochtend gaan we samen met Kimbra, uit Kassel, naar de burgemeester. Hij is een vriend van de burgemeester, maar ook een belangrijk spilfiguur uit Kassel. We moeten wachten en wachten. We gaan koffie drinken naast het gemeentehuis. Rafael gaat nog eens kijken of we binnen mogen. Ja, het mag. Er schiet nog iemand voor onze neus binnen en we moeten nog even wachten...tja, dat kan er nog net bij.
Als we uiteindelijk binnen mogen bij de burgemeester blijkt dat er geen papieren zijn. Hij kan het niet meer vinden, want ze zijn aan het verbouwen. Rafael heeft in februari de papieren al gezien. In het noodgebouw, waar het gemeentehuis nu tijdelijk gevestigd is, heeft Ibrahima hem de papieren al laten lezen. Ibrahima is de man die voor de staat Senegal, mensen met projecten begeleid. Hij weet welke weg te volgen en welke papieren we allemaal wettelijk moeten hebben. Rafael zegt tegen de burgemeester dat ze dan eventueel maar nieuwe papieren moeten typen. De secretaresse van de burgemeester zal dat doen. We blijven bij de burgemeester binnen en wachten op haar. Dan komt ze zeggen dat ze de sleutel van het machine niet kan vinden. Rafael heeft er schoon genoeg van. Hij staat op en zegt dat we over een uur terugkomen.
Wij gaan nu eten en jullie zorgen dat het papier over een uur klaar is.”
De burgemeester zegt dat zij ook willen gaan eten, maar Rafael zegt dat vijf lijntjes typen geen uur in beslag neemt en dat het dan etenstijd is voor hen.

We gaan met Kimbra eten. Rafael keert na een uur terug naar het gemeentehuis, we hebben een beetje haast. We hebben namelijk die middag ook nog een afspraak met Emanuel om te gaan vissen. Na dik een kwartier komt hij terug...met papier. Hij vertelt dat hij nog wel heeft moeten grommen en dat ze nog steeds hem beschuldigden dat alles zo lang duurde. Hij is furieus, maar toch blij dat hij eindelijk van start kan gaan met het project en met de mannen van Kassel.

Later in die week, op donderdag, komt Pierre Gazelle bij ons huis langs. We hebben altijd de poort op slot. Hij staat met zijn brommer voor de poort hard te toeteren. Hij roept naar Rafael, die vanachter het huis naar de poort loopt: “Zeg, hé, ik sta hier wel te toeteren! Doe eens open!”
Ik kom er toch aan.” zegt Rafael.
Pierre komt op ons terrasje zitten. Hij klaagt waarom hij er niet van op de hoogte is dat wij het papier al hebben? Waarom hebben wij niet gebeld? En veel belangrijker natuurlijk: waar is de bak bier?
Wij hebben toch afgesproken dat ik een bak bier krijg!” zegt Pierre.

Rafael zegt: “Wie heeft de papieren geregeld? Wie is er bij de burgemeester geweest? Wanneer ben ik vertrokken en wat heeft de burgemeester aan de bevolking van Kassel beloofd?”
Hij antwoordt zelf erachteraan: “Ik heb alles geregeld, ik ben bij de burgemeester geweest en ik heb het papier geregeld. Ik heb dus die bak bier verdiend.”
Pierre stribbelt tegen. Hij is toch de chief van Kassel. Hij is toch een keer bij de burgemeester geweest. Wel op de vrijdag voor het vertrek van Rafael naar Saoedi-Arabië en we zijn ondertussen wel drie weken verder, na de belofte van de burgemeester. Pierre roept naar mij om te helpen: “De afspraak was toch dat ik een bak bier kreeg?”
Nee, die heeft Rafael verdiend. Die heeft al het werk gedaan.” zeg ik.
Maar ik ben de chief van Kassel.” probeert hij nog...dan zeurt hij er niet meer over.

Hij probeert wat anders. Hij zegt dat Rafael hem 100.000 Cfa moet betalen. En de reden waarom is heel simpel. Hij is de chief van Kassel, daarom!
Alleen, als jij ook bij mij komt werken net zoals de andere mensen uit jouw dorp, betaal ik je.” zegt Rafael.
Dan kom ik kijken met mijn chief-jasje aan,” zegt Pierre, “en dan mag je mij daarvoor betalen.”
We grinniken, maar hij is heel serieus. Hij heeft een jasje en als hij dat aan heeft weet iedereen dat hij de chief is.
Hij kijkt eens rond in onze tuin, dan ziet hij het ligbedje van Rafael. Het is een klein, oud veldbed waar Rafael 's middags tijdens de hitte op ligt te rusten.
Geef dat aan mij.” zegt Pierre.
Rafael vraagt waar hij dan op moet liggen. Dat is niet belangrijk, wij hebben toch genoeg en het is een mooi cadeau voor de chief van Kassel, vindt Pierre. Maar we geven hem dus niets.

Na twee weken komt Pierre weer een keer langs. De werken aan de dijk zijn ondertussen begonnen en een aantal mensen uit Kassel heeft al geld verdiend. De burgemeester heeft helaas gebeld dat we de papieren terug in moeten leveren. Pierre geeft het advies dat we niet te moeilijk moeten doen. Hij vindt het ook niet leuk dat we nu moeten stoppen. Hij gaat er alles aan doen om de papieren zo snel mogelijk in orde te krijgen.
Maar, hij heeft nog een ander probleem. Toen hij kwam kijken bij het graven va de dijk, zijn de wielen van zijn brommer vuil geworden. Wij worden vriendelijk verzocht om hem nu geld te geven, dan kan hij ze laten wassen. Het toeval wil dat Emanuel die ochtend bij ons langs is geweest om zijn fiets te wassen. Hij heeft wat water uit de put gehaald en zijn fiets afgespoeld. De klei van de weg naar Kassel is nogal hardnekkig en plakkerig. Ik heb mijn fiets er naast gezet en die is ook van alle klei ontdaan. We zeggen tegen Pierre dat hij hetzelfde kan doen, maar aangezien hij chief is weigert hij dat voorstel. Hij wil geld.
Dan vragen we hoe het zit met de papieren en met de burgemeester?
Hij zegt: “Het komt...het komt...”

Het blijft een hele tijd stil rond de papieren. Tot op een dag hard getoeter voor de poort onze aandacht trekt. Je kunt wel raden wie het is. Pierre komt langs. Hij heeft in Kafountine al tegen Rafael gezegd dat hij snel zou komen. Hij heeft namelijk geregeld dat hij op de radio komt. Hij zit op ons terras en vertelt dat we naar de radio moeten luisteren.
Jullie hebben toch wel een radio?” vraagt hij bezorgd, “tja, anders kunnen jullie niet luisteren en dat is een probleem. Je mag ook in het schooltje van Kassel komen luisteren.”
Het is heel belangrijk voor hem, dat is duidelijk.
Ik haal onze radio en we vragen op welke frequentie Radio Kafountine zit. Dat weet hij niet. Hij heeft enkel een telefoonnummer van de radio. Dat nummer moeten we dan maar bellen. En hij wil naderhand de radio van ons hebben...kopen is ook goed. Voor 10.000 Cfa, ongeveer 17 euro, moet ik de radio aan hem verkopen. Ja, ik moet!
Als ik vraag hoe wij dan verder aan een radio moeten komen, zegt hij heel simpel: “Die neem je dan volgende keer eentje mee, als je van Europa komt.”
Aan het eind van de dag, om half vijf begint het interview met Pierre op Radio Kafountine. We krijgen geen contact met het telefoonnummer dat hij ons gegeven heeft. Ik blijf dus maar aan de frequentieknop draaien tot ik zijn stem hoor. Pierre vertelt over alle problemen van zijn dorp. Slecht drinkwater, slechte weg, lantaarnpalen op zonne-energie, maar zonder bedrading. Over zijn bijna dagelijkse bezoeken aan de burgemeester, over de overheid die ook al niets regelt voor zijn dorp, etc., etc...
De reporter vraagt of er nog projecten op til zijn? Ze wil duidelijk naar het project van Rafael, maar Pierre gaat er niet op in. Kassel heeft vele problemen, er is geen opvang voor zieke mensen, geen medisch centrum. Kassel telt ongeveer 220 inwoners. Wij begrijpen dat er niet in elk dorp een medisch centrum gevestigd kan worden. Pierre vindt dat de overheid dat ook moet regelen voor zijn Kassel.
De reporter vraagt nog een keer naar andere projecten. Dan schiet Pierre wakker. Ja, er is hier een project van Rafael. Hij gaat de grond verbeteren en terug vruchtbaar maken, maar Pierre weet niet hoe Rafael dat allemaal gaat doen. Er is te weinig water in Kassel.
Ik zeg tegen Rafael dat het nu het moment is om te bellen naar de radio. Er wordt met regelmaat gebeld door luisteraars (de zoon en vrouw van Pierre hebben ook al gebeld). Rafael komt rechtstreeks in de uitzending. De reporter en Pierre zijn blij verrast. Rafael legt zoveel mogelijk uit. Het is niet simpel, want hij kan de reporter bijna niet verstaan. De radio moet voor de vragen iets harder, maar het piept en de reporter vraagt of wij de radio zachter kunnen zetten. Na een minuut of tien zijn ze al wat wijzer en hangt Rafael op. Hij heeft nog werk in de tuin. Ik blijf nog even luisteren. Om half zeven stopt het interview met Pierre. Hij heeft twee uur zitten babbelen op de radio.
Om zeven uur is hij weer bij ons huis. Hij bedankt Rafael voor het bellen en voor de uitleg. Hij neemt van ons een grote, verse maïskolf mee en zegt dat hij later terug komt om de radio te kopen. Ik zeg dat die niet te koop is.

Bij de gemeente zijn ze ook wakker geworden door het interview. Links en rechts krijgen we heel leuke reacties van inwoners van Kafountine. Er luisteren toch wel meer mensen naar Radio Kafountine als wij denken. We zitten op het terras bij Dembo. We hebben wat meer maïskolven bij ons. Een groepje jongelui komt voorbij, ze hebben T-shirts aan van de radio. Het zijn medewerkers van Radio Kafountine. Een jonge vrouw springt plots op het terras en neemt een kolf vast.
"Wauw, zo groot en vol met maïs. En dat aan het eind van het droog seizoen. Van wie is deze maïs?” wil ze weten.
Dembo wijst naar Rafael, ze schudt hem de hand om hem te feliciteren met zo een mooie maïskolven. Als Dembo dan zijn naam zegt, is de dame helemaal blij. Zij was de reporter die met Pierre het interview had. Ze gaat zitten en roept er een jongeman bij. Hij is de directeur van de radio. Ze willen van alles weten en zeggen dat de burgemeester ook een gesprek op de radio wil. Hij is blijkbaar een beetje ongerust na het interview. Het papier moet snel geregeld worden. We lachen er eens mee.
En natuurlijk volgt de tekst: “Het komt...het komt...”

Rafael maakt een afspraak om later in de week bij de radio langs te gaan. Dan zijn ze net zo snel weer weg, als ze gekomen zijn.

Na een paar dagen komt hij terug van zijn afspraak met de radio. Er is beter nieuws, de nationale radio wil ook een interview met Rafael en de inwoners van Kassel. Over het project, niet over de andere problemen van Kassel. Wel over de legale papieren die nodig zijn van de overheid.
Op zaterdag 20 juni, zitten de mannen van Kassel te wachten naast de dijk, in de schaduw van de bomen. We hebben ze opgetrommeld om ook hun zegje te komen doen voor de radio. Pierre heeft de reporter in Kafountine opgehaald. Rafael laat ook aan hem de maïs zien en vertelt over al zijn plannen met de grond. Dan volgen er een aantal gesprekjes, eerst een interview met Rafael, dan met Bouba, Thomas en Pierre. De reporter neemt alles op. Hij zegt dat het nog bewerkt wordt en vrijdag 26 juni zal het 's avonds op de radio komen. Die dag vertrekken wij weer naar Europa om bij onze kinderen te zijn in de grote vakantie. Wij zullen het dus niet horen.
Op dinsdag horen we dat de burgemeester de gemeenteraad bij elkaar heeft geroepen om op vrijdag 26 juni te praten en te stemmen of het project goedgekeurd zal worden of niet. Als de meerderheid van de 48 personen van de conseil municipal voor stemt, dan gaat het hele voorstel naar de Sous Prefect en die zal dan nog zijn goedkeuring moeten geven. Daarna zullen de papieren in orde zijn.
Als Rafael naar de burgemeester gaat om te vragen hoe lang het dan allemaal nog duurt, zegt deze dat Rafael het diner voor de 48 personen moet betalen. Omdat Rafael zogezegd haast heeft om het nu geregeld te krijgen, voor zijn vakantie.
Begrijpen wie begrijpen kan?

De reporter van de nationale radio zegt tegen ons dat hij vrijdag laat weten wat de stemming is geworden. Hij wil verslag gaan doen, vrijdag in het gemeentehuis. En dan weten we voor ons vertrek hoe het zit. Die vrijdag gaat voorbij zonder telefoontje. Ansumana, onze taxichauffeur haalt ons om vier uur op. Rafael belt vanuit de taxi met de reporter. Hij is niet naar de stemming geweest, maar het komt...het komt...

We zijn al vier dagen in Europa, onze overbuurman belt. Hij heeft gehoord dat de papieren naar zijn goede vriend de Sous Prefect zijn verstuurd. Wat nu precies de stemming was, weet hij niet. Maar als de papieren naar de Sous Prefect zijn gestuurd zal het wel positief zijn, anders hoeft hij er geen goedkeuring aan te geven. We wachten wel af, eerst lekker genieten met onze kinderen. Onze gedachtegang is tegenwoordig ook: HET KOMT...HET KOMT...

zaterdag 20 juli 2019

Met een vleugje spijt


soms zijn er van die dagen
dan ben je oppermachtig
vaker heb ik dagen
voel ik me honderdtachtig

het voetstuk waar je mij op zet
is veel te hoog en geeft me vrees
mijn rugzak is gevuld
dus vraag ik wat geduld
kun jij dat niet opbrengen?
verwacht ik dan te veel?
ik denk van niet
klaag liever niet over de pijn
in mijn lijf
ledematen zijn stug en stijf
het hoort bij mij
ik heb het geaccepteerd
soms gaat het echter verkeerd

ik gedraag me als een trut
nee ik ben echt niet prachtig
en wederom vandaag
voel ik me honderdtachtig


vrijdag 19 juli 2019

Dromenland


Ik zou zo graag vertrekken naar de andere kant
ik kan mijn draai niet vinden
zelfs niet in dromenland
ik kan een droom niet buigen
mijn wensen volgt hij niet
ik stuur en schrijf
maar hij doet stijf
zijn eigen zin
telkens ik het geluk vind in een droom
verandert het scenario
het verhaal wordt herschreven
afgekeurd
vervormd
ik word badend in zweet wakker
tranen op mijn gezicht
de droom is wederom verkeerd verlopen
onbewuste gedachten gezwicht
ik ben verdwaald
ik vind je niet
blijf in rondjes lopen
ook de nacht is een nacht van spoken
ik vind geen stilte en rust
ben overdag uitgeblust

het echte ware leven
stuurt des nachts een boodschap
je kunt niet terug in je verleden
je kunt niet vooruit in je toekomst
je kunt niet blijven aan de andere kant
Ilonka, jij leeft te vaak in dromenland

dinsdag 16 juli 2019

zonder titel

Golven beuken zacht op de kade
Motorgeronk van een schip
Het is stil aan de overkant
Zeewier deint mee op de golven
Ik kijk er naar
Laat mijn tranen stromen
Het is stil in mij
Een zeilboot vaart in stilte voorbij
Waarheen ga ik?
Waarheen gaan zij?

De tijd is voorbij
Afscheid nakend
Dromen komen
Het leven gaat
Net als de golven
Beuk ik
Droefheid o zo diep in mij
Motorgeronk van een schip
Reusachtig groot magnifiek
En het blijft stil in mij
Tranen stromen

vrijdag 12 juli 2019

Poesjes


Sinds er jonge poesjes hier in huis wonen, is er een en ander in mijn leefpatroon veranderd. Waar ze op dit moment zitten, liggen of hangen weet ik niet precies. Het is verdacht stil, zoals we dat zeggen. Stilte voor de storm.
Ze wonen hier nog maar enkele dagen, maar het brengt al veel leven in de brouwerij. Ik ben vroeg uit mijn bed en dan komen de twee zoetjes al miauwend aangelopen. Ze gaan mee naar het toilet en daarna drinken we samen een bakkie. Zij melk en ik de koffie, zwart.
Ze ravotten heel het huis door. Beter gezegd, huisje door, zo groot woon ik niet. Gelukkig maar, anders maken ze er helemaal een grote bende van. Als ze moe zijn, komen ze naast de stoel staan en springen ze in mijn rok. Ze hebben dan ook mijn velletje te pakken, maar daar voelen zij niets van. Als ik (te) hard auw roep vliegen ze vanzelf weer van mijn schoot. Dat probeer ik nu te minderen, want ze komen dan een tweede en derde keer weer aan mijn rok en velletje hangen.

Gisteren waren ze zo hard aan het stoeien, dat hun waterbakje en melkbakje door de keuken schoof. Natuurlijk bleef de vloeistof er niet netjes in, maar werd gewoon de vloer nat.
Een tijdje later zag ik dat het in de gang ook behoorlijk nat was. Hetgeen ze wel al opgedronken hadden was daar weer gedeponeerd. Het geeft je wat te doen op een dag. Gelukkig kan ik nog wel een dweil hanteren, dat is niet het zwaarste werk.
Boef en Muis, zo heten ze, liggen nu lekker op een stoel te dutten. De oren een beetje gespitst, want de wasmachine draait en dat is voor die twee kleintjes toch wel een spannend ding. Eerst kwam Muis op schoot zitten en haar kopje ging met de draaiing op en neer, rond en rond. Toen ze wankelde heb ik haar maar ergens anders gezet. Beetje afleiding gegeven, zodat ze straks niet moet kotsen. Een kattenplasje opruimen vind ik niet zo erg, maar kattenkots gaat erover.

De nieuwe huisgenoten geven me inspiratie om te schrijven en te dichten. En nee, het gaat dan niet over katten. Wel een beetje over poesjes, maar van een ander soort en formaat.

Vanmorgen had ik het met Johan, van het buurtcentrum De Triangel over mensen en hun gedrag en nog veel meer. Toen dacht ik: “Ik ga een nieuw boek schrijven”.
De titel wordt: DAT STAAT NIET IN EEN BOEK GESCHREVEN

Als ik het uitgewerkt heb en wanneer het af is, dan staat het natuurlijk wel in een boek geschreven, maar het zal geen handleiding zijn. Er bestaan geen gebruiksaanwijzingen over hoe je met mensen om moet gaan. Dat kan ook niet want iedereen is uniek en niemand reageert hetzelfde op het leven.
Misschien komt het boek nooit af, want het is een zeer uitgebreid onderwerp. De inspiratie is er al wel voldoende. Toen ik thuiskwam schreef ik dit:

Het was op een blauwe maandag
ik zag haar gaan
ze zweefde haast
met rondingen zo prachtig
en hij ging staan
ik keek verbaasd
want ik ben toch al tachtig

ze keek naar mij
en toen naar hem
volgde met haar zwoele stem
het werd me echt te machtig
haar stem
haar ronde dingen
met klem
piepte hij
ik wil zo graag eens swingen


Ik houd wel van een geintje. Ik denk jullie ook wel. Neem twee jonge poesjes in huis en zie wat er gebeurt. Je wordt er onsamenhangend van.


donderdag 11 juli 2019

Soms zijn woorden overbodig


soms zijn woorden overbodig
je aanraking zegt genoeg
de blik in je ogen
je glimlach

ik geniet als je tegen me aan komt staan
je armen om me heen
je bent zo teder
zacht en stil
precies zoals ik hebben wil
en het mag
elke dag
weer opnieuw
soms zijn woorden overbodig

andere keren zijn ze wel nodig
vertel wat jij wil
zeg wat je voelt
alleen je streling is soms niet genoeg
ik kan niet altijd voelen
wat je bedoelt
zeg het hardop
of gil het luid
zacht mag ook
het mag eruit
fluister het als je tegen me staat
met je armen om me heen

met je armen om me heen
woorden zijn soms overbodig

donderdag 4 juli 2019

De bank

Ik deed laatst mee met een wedstrijd. Op een foto met de tekst: "you're next" moest je een kortverhaal schrijven. Eerste prijs een reisje naar Griekenland om daar bij mensen te kunnen werken aan een eventueel boek. Ze hebben er een retraite paradijsje (zie ook https://info788377.wixsite.com/limnisanl/limnisa)

Ik blijf dus in Terneuzen, want ik won niet. Maar natuurlijk deel ik nu hier mijn inzending.


De bank

Ze zit op het strand. Het is er drukker dan ze verwacht had. De scholen zijn toch al begonnen, de vakanties zijn voorbij. Waar komen al deze mensen vandaan? Ze wil het antwoord niet echt weten.

Twee jaar lang heeft ze gespaard, alle extra centen legde ze opzij. Als serveerster kostte het vaak moeite om de eindjes aan elkaar te knopen. Mannen wilden wel flikflooien met haar, maar een vette fooi zat er vaak niet aan. Uiteindelijk had ze dan toch deze reis bijeen gespaard. De brochure lag al vier jaar op haar salontafeltje. Elke week telde ze opnieuw het geld, het werd er echter niet meer door. Ze bewaarde het in een speciaal blauw blikje, dat ze van haar moeder had gehad. Haar ouders waren nooit op reis geweest. Wat zouden ze zeggen als ze haar hier zagen zitten? Dit was ook voor Rina haar eerste verre reis. De kampweken in een dorp verderop telde niet mee.

Ze lacht als ze vier jongens hoort gillen. Ze volgt de motorboot met de banaan erachter. De jongens hebben allemaal een helm op en een reddingsvest aan. De banaan ketst op de golven en meerdere malen stopt de boot, omdat er iemand van de banaan is gevallen. Soms drijven ze alle vier in het water. Ze vindt het geweldig om naar te kijken, maar zelf zou ze liever op de brede bank mee over het water glijden. Ze vermoedt dat die iets veiliger is. Terwijl ze het tafereel volgt, komt er een knappe, donkere jongeman naast haar zitten. Hij heeft een flyertje vast en duwt het ongevraagd in haar handen.
You like banana?” vraagt hij in gebrekkig Engels.
Ze bekijkt het papiertje en ziet dat dit over de bank gaat. Ze haalt opgelucht adem en geeft hem antwoord dat ze liever met deze bank over het water gaat. Ze houdt de foto van de bank omhoog.
It is totally safe.” hij knikt er hard bij, alsof hij haar daarmee overhaalt.
Ze knikt bevestigend met hem mee, maar heeft een beetje twijfels en krijgt op dat moment een nare kriebel in haar buik. Toch zegt ze dat ze wel een rondje mee wil. Hij lacht van oor tot oor en springt op. Hij steekt zijn beide duimen omhoog en rent weg. Hij roept nog naar haar dat hij haar wel komt halen als het zover is. Ze steekt de flyer met een glimlach in haar tas. Het zal een avontuur worden.

Twee kinderen komen voorbij gerend, het losse zand stuift omhoog en druppels koud zeewater landen op haar benen. Ze rilt ervan, wat als ze straks van die bank valt? Ze wrijft de druppels weg met haar warme handen. Ze haalt diep adem en als de lucht door haar neus naar buiten stroomt, sluit ze haar ogen. Op dit volle strand in Bodrum komt ze even tot rust. De geluiden rondom verstommen. De zon verwarmt haar licht getinte huid. Ze heeft zich ingesmeerd met factor 50 en in haar hotelkamer liggen voor de komende dagen factor 30, 15 en 6 ook al klaar. Ze heeft zich goed voorbereid.

Ze opent haar ogen wanneer ze een stem paniekerig hoort roepen: “Oh, my god!”
Meer mensen beginnen te roepen en zoals net de geluiden verstomden, zwelt nu gegil in chaos aan. Zoekend naar de oorzaak, kijkt ze in het rond. Bij de waterlijn houdt haar blik halt. Er drijft een geel met rood gestreept plastic tussen de golven.
Ze staat op en een automatisme leidt haar naar het water. Haar hersens draaien op volle toeren. Wat ziet ze eigenlijk? Een motorbootje nadert in volle vaart, krijsende stemmen komen van alle kanten. Vanaf het strand zijn verschillende mensen tot bij het plastic gezwommen.

Het is de bank!” hoort ze zichzelf hardop zeggen.
De gewonden worden op het zand gelegd.
Helmen vast laten zitten!” roept iemand, maar verstaan ze hier wel Nederlands?
Twee van de lichamen liggen in een rare, onbeschrijfbare houding. Zullen ze straks nog kunnen lopen? Leven ze überhaupt nog? Sirenes van ambulances naderen. De massa dromt in een kleiner wordende kring rond de vier zwaar gewonden. Mensen filmen en maken foto's, ze walgt ervan. Ze wil weg uit deze massa. Ze kan zich bijna niet bewegen. Iemand duwt tegen haar schouder. Ze wil iets zeggen, maar er komt geen geluid uit haar mond. Weer pakt iemand haar schouder vast.

Miss Rina.”
Versuft opent ze haar ogen. Een knappe, donkere jongeman staat breed lachend naast haar. Hij heeft haar een ritje verkocht op de geel met rood gestreepte bank. Hij steekt zijn duimen op.
Miss Rina, wake up, you're next!”

dinsdag 2 juli 2019

Wraakzuchtig mens?


ik ben een bitch een kreng een trut
soms zelfs zo erg
dan voel ik me kut
kan me niks verrekken wat jij van me denkt
je hebt me jaren te lang gekrenkt

ik ben van je af
en toch ook weer niet
want zelfs het “verwerkend” schrijven
hielp niet
dagelijks achtervolgt het mij
ik raak in de put
mijn hart wil niet meer
je hebt het gesloopt
en ik

ik stond erbij en keek ernaar
zoveel signalen
ik heb ze genegeerd
wat heb ik uiteindelijk van het verleden geleerd
een ezel stoot zich geen twee keer aan dezelfde steen
maar ik wel

ik ben een bitch een kreng een trut
en ook vandaag voel ik me kut

maar ik ben geen wraakzuchtig mens, zoals sommigen beweren


maandag 1 juli 2019

Overgang

Een paar weken geleden schreef ik dit korte gedichtje:


Ik denk dat ik de wereld aankan
met jou aan mijn zijde
dat ik wat minder hard moet strijden
en als vanzelf volgen er betere tijden

ik hoef niet zo nodig
te hard
te veel
te snel
met jou hier bij me
kom ik er wel

ik ben niet alleen
en toch ook weer wel
we zijn ieder ons eigen
in dit nieuwe stel

Ik kan het nu wel delen. Ik deel zoveel uit mijn leven met jullie. Niet alles wat je leest is waargebeurd of staat waar te gebeuren. Soms neem je mijn schrijfsels met een pak zout, soms met een tissue. (ik toch)
Vandaag schreef ik dit (neem in je achterhoofd dat ik in de overgang zit en mijn emoties nogal in een achtbaan leven af en toe):

Zacht daal ik in de diepte
van mezelf
zacht voel ik de stilte
om me heen
zacht
heel zacht
denk ik aan jou
ik weet wat komen gaat
hard zal het zijn voor jou
hard klinken de woorden
hard zonder hart
gevoelens heb ik niet
het lukt me niet meer
me overgeven aan de liefde
ik weet niet hoe het moet
wat ik probeer
voelt zelfs niet goed
ik ben mezelf onderweg verloren
wil graag bekoren
passie voelen
kronkelen
kroelen
maar ik sterf
elke dag een beetje
dat is een teken weet je

Het zijn twee mooie gedichten, al zeg ik het zelf. Op te pakken naar eigen vermogen en dunken. Geef er een draai aan hoe je zelf wil. Ik ga er nog een nachtje over slapen.
Momenteel lees ik het boek "Het binnenste ei" van Hannes Meinkema. Daar had ik ook een tissue bij nodig. Zet ik het straks in mijn lijst van de 10-dagen challenge op Facebook? Het maakt zeker iets bij me los, maar of dat van genot is? Doet het me denken aan mijn eigen leven, familie, vriendenkring, zootje dat ik ervan gemaakt heb? Natuurlijk doet het dat, vandaar ook deze zeer uiteenlopende gedichten. 
Mijn buikgevoel heeft altijd gelijk. De heks in mij geeft me al lang porren en zit soms te morren, omdat ik niet luister, omdat ik denk dat ik het alleen wel kan en dat ik zelf wel kan bepalen of er iemand nodig is in mijn leventje. (zo schrijft trouwens ook Hannes in haar boek, haar gedachten, haar belevingen, haar bedenkingen) misschien dat het me daarom zo aanspreekt. Zij is een beetje mij, maar dan 24 jaar ouder. Ik denk alleen niet dat het hare waargebeurd is, dat hoop ik althans niet voor haar. 
Als ik mijn eigen waargebeurde boeken lees, hoop ik ook steeds dat het niet echt was voor mij. Maar ja, het is nu eenmaal zo. En voorbij is voorbij. Op naar een nieuwe toekomst, want ik weet in elk geval zeker dat die voor me ligt en niet achter.