Vandaag heb ik een dip-dag. De hormonenhuishouding tijdens de overgang helpt er goed aan mee. Ik stijg omhoog en val dan plots razendsnel naar beneden. Ik hoop, door dit vandaag met jullie te delen, dat ik het van me af kan schrijven en dat het fungeert als vangnet.
Zo niet, dan kets ik waarschijnlijk flink op mijn bakkes.
Er gaat veel zin en onzin door mijn hoofd sinds ik gisteravond in mijn bed ben gaan liggen. Ik werd wakker van de nachtmerrie, ik hoopte nochtans op een hengst.
Die kreeg ik dan deze ochtend rond een uur of tien. Een flinke hengst in mijn gezicht. Huilbui na huilbui. Ik mis het verleden.
Als ik toch eens de tijd achteruit kon draaien...
Helaas dat gaat niet en doe ik het met wat ik heden heb. Een laag zelfbeeld, weinig vertrouwen in de medemens en niemand die ik werkelijk durf te vertellen waar ik mee rondloop.
Gelukkig drink ik niet meer elke dag en heb ik zelden tot nooit een kater. Behalve die van 2012. Die blijft maar hangen en ik ben daar zelf de veroorzaker van.
Als ik toch eens de tijd achteruit kon draaien...
Ik wil tegen verschillende mensen zeggen dat het me spijt. Maar een sorry draait ook de tijd niet terug. Ik heb een horloge liggen waarop ik de wijzers nog wel terug kan draaien, maar ik kom er nergens mee.
Onder de douche, van half elf, heb ik me voorgenomen om vandaag geen tranen meer te laten rollen. Maar op dip-dag komen die vanzelf.
Ik wil geen medelijden, ik heb het nota bene zelf gedaan. Ik hoop alleen duidelijk te maken tegenover de buitenwereld, dat overgang bij vrouwen niet zomaar het stoppen is van ongesteld worden. Er gebeurt veel meer in het lichaam dan we willen.
Niet iedereen heeft er last mee, niet elke vrouw is hetzelfde en ook niet elke dip-dag verloopt hetzelfde.
Maar ik heb er dus wel steeds meer last van en in die zin zou ik willen dat ik toch eens de tijd vooruit kon draaien...
Humor, een lach en een traan, het leven is grandioos. Alles wordt hier besproken en geschreven, geen blad voor de mond. Lachen is gezond.
zaterdag 29 september 2018
donderdag 27 september 2018
Er staat iemand voor je klaar
Ik zag een beetje negatieve tekst voorbij komen bij een vriend en beloofde hem iets te schrijven. Ik hoop dat het steun kan geven, we zijn allemaal wel eens eenzaam. Maar het is best dat je die eenzaamheid niet omarmt. Zoek dingen om eruit te komen, praat met mensen. Geef aan wat je dwars zit en hoe je je voelt. Niet iedereen is daarvan gediend, maar mede daardoor herken je wie er wel voor je zijn.
Zacht,
teder en vol liefde
zwevende
gedachten komen voorbij
je
wil ze pakken, grijpen, maar ze ontglippen
woorden
uit je hart
woorden
uit je hoofd
ze
vliegen mee met de wind
waarheen?
zwevende
gedachten worden zwaar
te
veel woorden, te veel zinnen
ze
tuimelen omlaag
door
elkaar geschud liggen ze daar
verwoestend
gestamp van negatieve voeten
stop,
houd ze tegen!
laat
deze gedachten niet vertrappelen
je
bent op tijd, gelukkig
je
geliefden helpen je, met bijeenrapen, met zoeken, met puzzelen
samen
geven we je zwevende gedachten een plek
op
een groot vel plakken we alle woorden
mooie
zinnen ontstaan, teksten om bij weg te smelten
ze
zijn te begrijpen
iedereen
kan ze verstaan
iedereen
mag ze lezen
duizend
keer
zwevende
gedachten van jou
zacht,
teder en vol liefde
Een oud, maar vernieuwd gedicht om je een steuntje te geven.
Warme groet.
woensdag 26 september 2018
Het gedicht in alle rust
Wat
verlang ik naar stilte om me heen
de man
overboord
je
bent gestoord
heb je
gehoord
dat ik
een persoon ben
uniek
zelfredzaam
geweldig
Stilte
geen
druk
geen
indruk
geen
opdruk
en dan
heel zacht
een
stem
een
warme hand
een
glimlach
die
mij van binnen zo diep raakt
een
afdruk
achterlaat
en me
dan laat
ik geniet
van de
stilte
Mannen zijn niet allemaal hetzelfde
De kleermaker
Een hoofdstukje uit mijn eerste boek over Senegal, Twee stappen voorwaarts drie stappen terug.
We
werken 's morgens in het huis en 's middags doen we wat boodschappen
in Kafountine. We moeten een beetje opschieten, want om half vijf
hebben we een afspraak bij de Duitse vrouw, Stefanie, die kippen wil
verkopen aan ons. Als we naar Kunja wandelen komen we langs een
kledingwinkeltje. Ik bekijk wat kleren, een Afrikaanse lange broek
zou wel handig zijn tegen de muggen. De man van de winkel vraagt me
om binnen ook eens rond te kijken. Daar staat zijn naaimachine, hij
maakt alle kleding en tassen zelf. Hij heet Alfa. Zoals de auto, zegt
hij erbij.
Rafael
wacht buiten. Ik zie een mooie rode jurk, maar de stof is te stug. In
mijn slechte Frans probeer ik uit te leggen dat de stof te hard is.
Dan spreekt Alfa vloeiend Engels tegen mij en zegt dat ik het beter
in het Engels uit kan leggen. We zijn vertrokken. Al gauw gaat het
over koetjes en kalfjes. Dan over Rafael en mij of we getrouwd zijn,
wat we doen hier, hoe lang we blijven?
Ik
vertel naïef dat we niet getrouwd zijn, dat we vrienden zijn. Dat is
ook zo, het is gewoon de waarheid. Maar hij maakt ervan, dat ik
'zijn' vriend ook wil zijn. Zijn hele, close vriend!! Hij pakt me
vast en zegt dat hij al jaren op me heeft gewacht. Ik zit in zijn
dromen en in zijn hart. Hij wist dat ik zou komen. Dan begint hij te
lachen en ik zie alles als een grapje.
Rafael
komt binnen en zegt dat hij alvast doorloopt. Het is bijna vier uur
en om half vijf moeten we naar Stefanie. Ik zeg dat ik zo kom. Ik
moet eerst de broek nog betalen.
Alfa
zegt dat ik de jurk wel kan passen. Als hij een aantal keer gewassen
is wordt de stof veel zachter. Ik pas de jurk over mijn kleren, maar
hij is op de verkeerde plekken te ruim. Ik heb geen billen en borsten
zoals de Senegalese dames. Alfa pakt zijn spelden en steek hier en
daar een speld in de jurk. Nu past hij beter. Ik doe de jurk uit en
Alfa naait de jurk tot hij precies past. Het is ondertussen al te
laat om ook naar Stefanie te gaan.
Nu
Rafael weg is begint Alfa weer de grappige teksten te zeggen, maar
het wordt minder grappig als blijkt dat hij alles meent. Hij wil thee
drinken met mij. Hij legt uit dat je de eerste keer samen thee drinkt
om kennis te maken, de tweede keer om verliefd te worden en de derde
keer om seks te hebben. Vanaf dan ben je man en vrouw voor altijd. Ik
zeg dat Rafael de man van mijn leven is. Dat we samen dit avontuur
zijn begonnen en dat ik samen met Rafael blijf tot het einde van mijn
leven, maar het pakt niet. Alfa geeft me weer een knuffel en kust me
vol op mijn mond. Ik maak dat ik weg kom.
Hij
roept me na dat ik nog duizend franc moet betalen, maar dat het
volgende week ook goed is. En dat we dan samen thee kunnen drinken.
Een
stukje verderop houdt een andere man me aan. Hij heeft aan de
overkant van de straat een... kledingwinkel. Hij heeft gezien dat ik
bij Alfa binnen ben geweest en het is dan ook zeer gewenst dat ik bij
hem ook kom kijken.
Ik
zeg vriendelijk dat het echt niet nodig is en dat ik niet wil. Hij
trekt me mee. Hij belooft dat er geen vreemde dingen zullen gebeuren,
want hij doet dit samen met zijn broer en ook zijn kindje is binnen
in de winkel.
Ik
haal diep adem en denk bij mezelf, als ik snel even kijk kan ik ook
snel weer weg.
De
man is binnen heel vriendelijk en de vervelende ervaring van bij Alfa
wordt een beetje naar de achtergrond geduwd. De broer van de man zit
achter zijn naaimachine en een klein kindje komt even naar de blanke
mevrouw kijken. Als ik een hand wil geven vlucht ze weg.
Ik
hoef niets te kopen bij deze mensen. Ze heten Serge en Paco.
“Zoals
Paco Raban.” zeggen de broers erbij. Serge neemt me mee naar de
andere helft van de winkel, ze maken ook allerlei juwelen. Heb ik die
dan niet nodig? Ik zeg dat ik alles heb, maar dat ik wel wil
langskomen als er iemand uit Europa op visite komt bij ons. Met het
feit dat ik wel reclame wil maken bij mijn vrienden in Europa zijn ze
al heel blij.
Dan
begint Serge over een keertje samen thee drinken...
Natuurlijk
ben ik toen vertrokken. Ik heb op Kunja eerst mijn mond gewassen en
mijn tanden gepoetst, twee keer. Daarna ben ik Rafael gaan zoeken.
dinsdag 25 september 2018
Frans
Er was eens...een jong meisje dat naar de middelbare school mocht/moest (leerplicht). Ze ging van het dorp naar de grote stad. Dat vond ze niet eng, want de helft van haar familie woonde in die grote stad. Haar moeder was er geboren en ze gingen samen vaak met de bus op bezoek bij oma. Ze reden dan eerst naar het station en stapten daar op een andere bus, de stadsdienst richting de vogeltjesbuurt.
Voor de nieuwe school had ze geen overstap nodig, de bus stopte voor de deur van de school. Er was dus ook bijna nooit een excuus om te laat te komen op school, tenzij het sneeuwde of hard gevroren had en de bus niet reed van dorp naar stad.
Op school kreeg de jongedame lessen Franse taal. Het was niet haar ding, het bleef niet hangen. Vroeg je haar echter namen zoals, Kees, Bart, Bas, Paul, Ad, Peter, dan wist ze in welke lokalen deze knullen zaten en welke les ze daar volgden. Ze kende van verschillende mannelijke jeugd de lesroosters uit haar hoofd, behalve van Frans.
Frans was niet aantrekkelijk, Frans ging te snel en was onverstaanbaar. Ze had geen hekel aan Frans, maar ze kon geen vat op Frans krijgen.
Het vreemde aan dit alles was dat ze wel schriftelijk een boontje had voor Frans. Ze kon hem lezen en schrijven, maar spreken kon ze hem niet. Frans, ze had al snel een zinnetje onder de knie: "Je ne parle pas Français."
(Maar zelfs als je dat zinnetje in tempo tegen een Fransman zegt, denkt elke Fransman dat je dus wel Frans praat.)
De mondelinge toetsen gingen stroever en de leerkrachten vonden haar niet de ideale leerling. Tja, wiskunde en natuurkunde lag haar nu eenmaal beter dan Frans.
Voor haar was het Franskundeni.
Gelukkig kon ze na drie jaar geprobeerd te hebben, Frans achter zich laten. Deze relatie zou ze liever niet meer aangaan. Ze koos voor een exact pakket en genoot van de lessen met Olaf, Bart, Hans, Arjan, Kees, Eric en Mariëlle. Tijdens de lessen natuurkunde zaten ze met heel weinig meisjes tussen heel veel jongens, maar er was geen tijd om naar de jongens te kijken. Ook al was ze puber en vond ze veel jongens mooi, ze moest zich concentreren op andere verbindingen. Tijdens de proefwerkweek kreeg ze vaak van de spanning een black-out en kreeg ze niets op papier, behalve van de leerkracht een vier.
Later kwam Frans terug in haar leven. Ze verhuisde met een vriend naar Senegal, waar de hoofdtaal Frans bleek te zijn. Ze vond het niet zo fijn, maar er was heus wel iets blijven hangen uit het middelbaar. Drie jaar school-Frans waarvan de helft niet uitgesproken kon worden, maar het lezen kon ze nog steeds.
Ze deed haar uiterste best om te communiceren en vele keren toverde ze een lach bij dames en heren. Sommigen lachten, omdat ze de klemtoon verkeerd legde. Een enkele lachte, omdat ze voor paal stond naast hem. Hij die het wel met Frans kon vinden, want hij en Frans hadden meer dan tien jaar samen in de zelfde scholen gezeten. Ze vroeg hem dus ook vaak om raad, hoe zij met Frans om kon gaan, zodat ze geen foutjes maakte tegenover de andere mensen. Hij vertelde haar dat ze gewoon moest blijven proberen en er vanzelf wel achter kwam of ze iets goed of fout uitsprak. Hij zegde niets voor, dus ze ging soms op haar bek. Stond voor gek en hij schaterde.
De Fransmannen die ginder woonden hielpen haar wel. Ze vonden het knap dat ze de taal probeerde te spreken. Ze gaven haar geen onvoldoende, lachten haar niet uit. Ze lachten wel met haar mee als ze een mopje probeerde te vertalen van Nederlands naar Frans, maar de clou lag vaak anders. Frans heeft moeilijk uit te spreken humor. Denk ik dan maar.
Haar vriend gaf haar wel een onvoldoende. Niet alleen omdat ze probeerde met Frans om te gaan, maar omdat ze meer vrienden maakte. vrienden die er waren om haar te helpen. Eens vroeg Jacques aan hem waarom hij haar niet hielp met Frans? Hij gniffelde en zei dat ze het toch niet onder de knie kon krijgen.
De mannen die bij ons werkten spraken niet allemaal vloeiend Frans, ze spraken vijf à zes verschillende Afrikaanse talen. Ze hielpen haar om een beetje van die talen aan te leren. Ze waren geduldig en herhaalden woorden keer op keer. Ook hier werden geen punten voor uitgedeeld, toch niet in de vorm van 1 tot 10. De mensen gaven waardering voor het proberen. Uiteindelijk kon ze met steeds meer mensen communiceren. Geen grote gesprekken voeren in de Afrikaanse taal, maar ze toverde bij velen een grote lach op het gezicht als ze voorbij kwam en zei: "Casumai." Of als ze hen bedankte met: "Abaraka."
De groet en dank je wel deed haar goed. Ze groeide, voelde zich thuis in een land ver van haar familie. Zelfs met Frans in haar leven.
Haar vriend kon er niet tegen dat ze aandacht kreeg van anderen. Dat ze genoot van het leven. Hij bleef haar onvoldoendes geven. Ze verdiende nooit een tien, negen, acht, zeven, zes, vijf. Geen complimentjes meer de laatste jaren. De relatie met Frans werd steeds beter, maar met haar grote liefde liep de relatie stroef.
Ze is een stille dood gestorven, ondanks Frans.
Voor de nieuwe school had ze geen overstap nodig, de bus stopte voor de deur van de school. Er was dus ook bijna nooit een excuus om te laat te komen op school, tenzij het sneeuwde of hard gevroren had en de bus niet reed van dorp naar stad.
Op school kreeg de jongedame lessen Franse taal. Het was niet haar ding, het bleef niet hangen. Vroeg je haar echter namen zoals, Kees, Bart, Bas, Paul, Ad, Peter, dan wist ze in welke lokalen deze knullen zaten en welke les ze daar volgden. Ze kende van verschillende mannelijke jeugd de lesroosters uit haar hoofd, behalve van Frans.
Frans was niet aantrekkelijk, Frans ging te snel en was onverstaanbaar. Ze had geen hekel aan Frans, maar ze kon geen vat op Frans krijgen.
Het vreemde aan dit alles was dat ze wel schriftelijk een boontje had voor Frans. Ze kon hem lezen en schrijven, maar spreken kon ze hem niet. Frans, ze had al snel een zinnetje onder de knie: "Je ne parle pas Français."
(Maar zelfs als je dat zinnetje in tempo tegen een Fransman zegt, denkt elke Fransman dat je dus wel Frans praat.)
De mondelinge toetsen gingen stroever en de leerkrachten vonden haar niet de ideale leerling. Tja, wiskunde en natuurkunde lag haar nu eenmaal beter dan Frans.
Voor haar was het Franskundeni.
Gelukkig kon ze na drie jaar geprobeerd te hebben, Frans achter zich laten. Deze relatie zou ze liever niet meer aangaan. Ze koos voor een exact pakket en genoot van de lessen met Olaf, Bart, Hans, Arjan, Kees, Eric en Mariëlle. Tijdens de lessen natuurkunde zaten ze met heel weinig meisjes tussen heel veel jongens, maar er was geen tijd om naar de jongens te kijken. Ook al was ze puber en vond ze veel jongens mooi, ze moest zich concentreren op andere verbindingen. Tijdens de proefwerkweek kreeg ze vaak van de spanning een black-out en kreeg ze niets op papier, behalve van de leerkracht een vier.
Later kwam Frans terug in haar leven. Ze verhuisde met een vriend naar Senegal, waar de hoofdtaal Frans bleek te zijn. Ze vond het niet zo fijn, maar er was heus wel iets blijven hangen uit het middelbaar. Drie jaar school-Frans waarvan de helft niet uitgesproken kon worden, maar het lezen kon ze nog steeds.
Ze deed haar uiterste best om te communiceren en vele keren toverde ze een lach bij dames en heren. Sommigen lachten, omdat ze de klemtoon verkeerd legde. Een enkele lachte, omdat ze voor paal stond naast hem. Hij die het wel met Frans kon vinden, want hij en Frans hadden meer dan tien jaar samen in de zelfde scholen gezeten. Ze vroeg hem dus ook vaak om raad, hoe zij met Frans om kon gaan, zodat ze geen foutjes maakte tegenover de andere mensen. Hij vertelde haar dat ze gewoon moest blijven proberen en er vanzelf wel achter kwam of ze iets goed of fout uitsprak. Hij zegde niets voor, dus ze ging soms op haar bek. Stond voor gek en hij schaterde.
De Fransmannen die ginder woonden hielpen haar wel. Ze vonden het knap dat ze de taal probeerde te spreken. Ze gaven haar geen onvoldoende, lachten haar niet uit. Ze lachten wel met haar mee als ze een mopje probeerde te vertalen van Nederlands naar Frans, maar de clou lag vaak anders. Frans heeft moeilijk uit te spreken humor. Denk ik dan maar.
Haar vriend gaf haar wel een onvoldoende. Niet alleen omdat ze probeerde met Frans om te gaan, maar omdat ze meer vrienden maakte. vrienden die er waren om haar te helpen. Eens vroeg Jacques aan hem waarom hij haar niet hielp met Frans? Hij gniffelde en zei dat ze het toch niet onder de knie kon krijgen.
De mannen die bij ons werkten spraken niet allemaal vloeiend Frans, ze spraken vijf à zes verschillende Afrikaanse talen. Ze hielpen haar om een beetje van die talen aan te leren. Ze waren geduldig en herhaalden woorden keer op keer. Ook hier werden geen punten voor uitgedeeld, toch niet in de vorm van 1 tot 10. De mensen gaven waardering voor het proberen. Uiteindelijk kon ze met steeds meer mensen communiceren. Geen grote gesprekken voeren in de Afrikaanse taal, maar ze toverde bij velen een grote lach op het gezicht als ze voorbij kwam en zei: "Casumai." Of als ze hen bedankte met: "Abaraka."
De groet en dank je wel deed haar goed. Ze groeide, voelde zich thuis in een land ver van haar familie. Zelfs met Frans in haar leven.
Haar vriend kon er niet tegen dat ze aandacht kreeg van anderen. Dat ze genoot van het leven. Hij bleef haar onvoldoendes geven. Ze verdiende nooit een tien, negen, acht, zeven, zes, vijf. Geen complimentjes meer de laatste jaren. De relatie met Frans werd steeds beter, maar met haar grote liefde liep de relatie stroef.
Ze is een stille dood gestorven, ondanks Frans.
maandag 24 september 2018
Plan B
In
mijn nieuwste boek, Bevrijd van de narcist, staat een hoofdstukje
advocaat maken. Mijn uitgever vroeg me waarom dat hoofdstukje in het
boek staat, want er was weinig aanknopingspunt te vinden met de rest
van het boek. Ik doe het hier even uit de doeken. Maar lees het eerst
even.
Advocaat
maken
Ingrediënten
Benodigdheden
a. pan + rvs kom die op de pan past (om au-bain-marie te verwarmen)
Instructies
– Giet een laagje water in de pan (zorg dat de rvs kom het water zometeen niet raakt) en breng dit aan de kook.
Ingrediënten
Benodigdheden
a. pan + rvs kom die op de pan past (om au-bain-marie te verwarmen)
Instructies
– Giet een laagje water in de pan (zorg dat de rvs kom het water zometeen niet raakt) en breng dit aan de kook.
Stel
dat mensen geen verse eitjes willen kopen, dan maken we daar toch
iets anders van.
- 10 eieren
- 1 zakje vanillesuiker
- 250 gram kristalsuiker
- 300 ml (inmaak)brandewijn
b.
garde
c.
keukenthermometer
– In
de rvs kom meng je de eieren, suiker en vanille met een garde. Roer
het tot een glad geheel.
– Zet
de pan op laag vuur en zet de kom op de pan (de kom mag water niet
raken!) en voeg al roerend de brandewijn toe tot het geheel dik en
romig is. Zorg ervoor dat de advocaat niet boven de 85 C komt. Dan
kan het namelijk gaan schiften.
– Daarna
afkoelen in koud water en blijven roeren. Doe dit door bijvoorbeeld
koud water in de gootsteen te laten lopen en de kom hierin te
zetten.
– Serveren
met slagroom!
Het
lijkt inderdaad vreemd om dit hoofdstuk te lezen in een boek over
leven met een narcistisch persoon. Het wordt je duidelijk als je het
in volgende context plaatst. Mijn ex-vriend heeft altijd een plan B,
dus ook voor groenten en fruit in de tuin. En in dit geval met
eieren. Aangezien we steeds meer kippen kregen en van verschillende
mensen te horen kregen dat ze de verse eieren niet te duur wilden
kopen, dacht hij dat we met de eitjes zouden blijven zitten. Dus
moest er opgezocht worden wat we allemaal nog van overschot aan
eitjes konden doen. Er kwam natuurlijk een alcoholisch drankje uit de
bus, advocaat.
Dit
is dus een plan B hoofdstuk. Het is goed om een plan B te hebben,
maar je hoeft niet bij alles in je leven een plan B te maken. Zeker
niet als je een geliefde meeneemt over de wereld. Het plan B in mijn
geval heet Mariama. Ze is een vrouw van 35 jaar en aangezien ik te
veel weerwoord gaf moest ik vervangen worden.
Op
zich is het niet erg dat hij een ander heeft, maar wel erg is dat hij
haar al had voor hij mij liet weten dat ik overbodig was. Hij had
haar al getest en uitgeprobeerd in ons bed. Dat is zo triest aan zijn
plan B. Het staat dus soms ook voor plan BED. Ik vond glijmiddel en
snoepjes naast het matras. Daar had hij een vreemd smoesje voor, hij
snoept namelijk nooit, maar toevallig toen ik in België was had hij
wel snoepjes gekocht. Over het glijmiddel wist hij niets te zeggen.
Hij
heeft in april “per ongeluk/expres” de jurk van Mariama bij mijn
spulletjes gestopt en afgegeven aan mij. Hij bracht toen nog een
lading mee terug, omdat ik niet meer mee mocht naar Senegal, ik was
niet meer gewenst, maar hij zou me wel al mijn spulletjes nog
teruggeven die mee verhuisd waren. Ik stuurde hem bericht dat er een
jurk in de koffer zat die niet van mij was, maar hij wilde hem niet
ophalen. Hij vertelde dat ik er van moest genieten, dat ik hem mocht
houden en dat als cadeautje mocht beschouwen...rare man.
Hij
zal de rest van mijn kleren wel aan haar gegeven hebben dan?!
Hij
heeft tot op heden nog geen advocaat hoeven maken, want er zijn veel
liefhebbers voor verse eieren. Hij komt er zelfs tekort. Misschien
vindt hij nog een manier uit waarbij hij zelf eieren kan leggen?
zondag 23 september 2018
Bevrijd van de narcist
Mijn nieuwste boek is overal verkrijgbaar, "Bevrijd van de narcist".
Normaal gezien zou ik vrolijk zijn en mogen feesten, maar ik kom niet in de stemming.
Op facebook zit ik in een aantal groepen waarbij slachtoffers van narcisme elkaar steun kunnen geven en vooral ook tips. Door het lezen van de verhalen kom ik er steeds beter achter hoe het de afgelopen jaren is verlopen. Hoe ik zo blind heb kunnen zijn...maar blind is niet dom...al vind ik mezelf wel dom dat ik erin getrapt ben.
Veel mensen vinden me sterk en zeggen dat ik het goed doe. Er zijn er ook die er anders over denken, die vinden dat ik hem zwart maak omdat hij me eruit heeft gezet.
Ik heb steeds het gevoel dat ik me tegenover die laatste groep moet verantwoorden, maar dat hoef ik helemaal niet. De feiten zijn de feiten en als zij hem als goddelijke man willen zien mogen ze dat helemaal zelf weten. Dat is niet mijn verlies.
Soms zie ik bij zaden voor voedsel (facebookgroep) een boodschap van hem voorbij komen. Hij moet nu zelf alles posten en warempel doet hij dat steevast met een Afrikaantje erbij op de foto.
Hij heeft me al die jaren gezegd dat als het minder goed zou gaan met inzamelen en dergelijke dat je dan beter een Afrikaantje bij op de foto zet, want dan heeft iedereen daar weer medelijden mee.
"In Nederland en België zijn de vrouwen verzot op beelden met schaars geklede, zielige Afrikaantjes." is zijn tekst.
Dat hij verder de Afrikanen dom en lomp vindt is alleen maar goed voor hem, want dan blijft hij de slimste.
Ik moest eruit wegens vele redenen. Ik zal er enkele opsommen en ik ben benieuwd wat jullie daarvan denken. Zijn teksten, zeg ze maar eens hardop. Lees dit luidop en wat voor gevoel geeft het je dan?
- Jij hebt gevoelens, ik ben een wetenschapper en ik kan niks met gevoelens.
- Jij gooit met je spulletjes als je dronken en boos bent. Het doet me ontzettend veel zeer als ik die scherven zie liggen.
- Ik weet dat ze mij hier nodig hebben en jij kunt eigenlijk helemaal niets, dus het is beter dat je vertrekt.
- Ik wil nooit meer contact met je, want je hebt mij weer voor schud gezet toen je alleen naar huis liep.
- Jij moet dankbaar zijn dat ik je meegenomen heb. Je was een echt wrak toen ik je voor het eerst ontmoette.
Voelt niet zo fijn hè, als de man waar je verliefd op bent geworden, met wie je de halve wereld bent over verhuisd, zo tegen je begint te praten?
En dan mag je weten dat ik gewoon de schuld kreeg van alles wat misliep. Dat ik nu in Nederland zit is mijn eigen schuld.
Geeft niet hoor, want ik ben mooi van hem af, maar bevrijd weet ik nog niet.
In een van mijn eerste boeken over Senegal schreef ik over de burgemeester en het tekenen of niet tekenen van de papieren voor het project. Hij heeft die burgemeester bij de strot gepakt om hem te laten tekenen. Kun jij je voorstellen dat zoiets hier in Europa zou gebeuren? Of dat een of andere buitenlander iemand in het gemeentehuis een medewerker zo bedreigd dat die dan papieren in orde maakt?
Raf heeft dit in Senegal zo gedaan. Naderhand hebben ze hem teruggepakt en flink laten betalen voor zijn stuk grond, zogenaamde hogere belasting voor een buitenlander. De grond is overigens niet van Raf, maar blijft eigendom van de staat Senegal. De grond is 99 jaar van hem.
Ik zal er niet van staan te kijken als ze hem een keertje uit de weg ruimen. Hij behandelt ze als kleuters en als stront.
"Ze kunnen niets en als je ze iets leert moet je het de volgende dag weer opnieuw uitleggen. Ze moeten zich schikken naar mij en anders mogen ze oprotten. Er zijn er genoeg. Ze hebben mij nodig voor de aanplanting van de gemeentelijke bossen. Ik heb al een plan uitgewerkt, maar dat geef ik ze niet. Ze mogen erom smeken. De burgemeester denkt dat hij slim is, maar hij komt er nog wel achter dat hij mij nodig heeft. Wacht maar, de wereld zal het horen wat Raf allemaal gedaan heeft voor de zwartjes."
Volgens mij praat zo enkel een man die lichtelijk gestoord is. Hij zei in het begin van onze relatie dat zijn naam Rafael de betekenis heeft, God geneest. Hij voelt zich letterlijk een god in Afrika. Hij vertelde ook met grote verontwaardiging dat zijn ex in de rechtbank had gezegd dat hij aan grootheidswaanzin lijdt. Maar uiteindelijk is dat ook de waarheid.
Ik heb nog nooit een mens ontmoet die ervan overtuigd is dat de wereld voor hem zal buigen.
Sorry, deze zin moet aangepast worden.
Ik heb in mijn leven één mens ontmoet die ervan overtuigd is dat de wereld voor hem gaat buigen.
Hoe vaak ik heb gehoord dat hij naast van Balkenende heeft gestaan vanwege zijn uitvinding. Eerst voelde ik zijn trots, daarna werd het overheersend, omdat hij nu steeds kon zeggen dat ik nog niets gepresteerd had in mijn leventje. Hij kraakte mijn schrijfkunsten af, maar telkens als hij een stukje uit een van de boeken had gelezen kreeg ik te horen dat ik wel heel leuk schreef. Met daar achteraan de opmerking, nu nog beter je best doen om er te verkopen, anders kom je er niet.
Je ziet, feesten en blij zijn om mijn boek heeft twee kanten. Hoera ik ben van hem af. En spijtig dat er zoveel negatiefs te vertellen valt.
Uiteindelijk, voor de mensen die vinden dat ik hem zwart maak, mijn excuses. Ik dacht oprecht dat het een goed mens was, maar ik heb er mee samengewoond en hij is nu eenmaal anders. Ik maak hem niet zwart, dat is niet nodig. De mensen die hem kennen en die met hem samengeleefd hebben weten dat hij een zwarte ziel heeft.
Hij is al zijn hele leven lang zwart.
Gegroet
Normaal gezien zou ik vrolijk zijn en mogen feesten, maar ik kom niet in de stemming.
Op facebook zit ik in een aantal groepen waarbij slachtoffers van narcisme elkaar steun kunnen geven en vooral ook tips. Door het lezen van de verhalen kom ik er steeds beter achter hoe het de afgelopen jaren is verlopen. Hoe ik zo blind heb kunnen zijn...maar blind is niet dom...al vind ik mezelf wel dom dat ik erin getrapt ben.
Veel mensen vinden me sterk en zeggen dat ik het goed doe. Er zijn er ook die er anders over denken, die vinden dat ik hem zwart maak omdat hij me eruit heeft gezet.
Ik heb steeds het gevoel dat ik me tegenover die laatste groep moet verantwoorden, maar dat hoef ik helemaal niet. De feiten zijn de feiten en als zij hem als goddelijke man willen zien mogen ze dat helemaal zelf weten. Dat is niet mijn verlies.
Soms zie ik bij zaden voor voedsel (facebookgroep) een boodschap van hem voorbij komen. Hij moet nu zelf alles posten en warempel doet hij dat steevast met een Afrikaantje erbij op de foto.
Hij heeft me al die jaren gezegd dat als het minder goed zou gaan met inzamelen en dergelijke dat je dan beter een Afrikaantje bij op de foto zet, want dan heeft iedereen daar weer medelijden mee.
"In Nederland en België zijn de vrouwen verzot op beelden met schaars geklede, zielige Afrikaantjes." is zijn tekst.
Dat hij verder de Afrikanen dom en lomp vindt is alleen maar goed voor hem, want dan blijft hij de slimste.
Ik moest eruit wegens vele redenen. Ik zal er enkele opsommen en ik ben benieuwd wat jullie daarvan denken. Zijn teksten, zeg ze maar eens hardop. Lees dit luidop en wat voor gevoel geeft het je dan?
- Jij hebt gevoelens, ik ben een wetenschapper en ik kan niks met gevoelens.
- Jij gooit met je spulletjes als je dronken en boos bent. Het doet me ontzettend veel zeer als ik die scherven zie liggen.
- Ik weet dat ze mij hier nodig hebben en jij kunt eigenlijk helemaal niets, dus het is beter dat je vertrekt.
- Ik wil nooit meer contact met je, want je hebt mij weer voor schud gezet toen je alleen naar huis liep.
- Jij moet dankbaar zijn dat ik je meegenomen heb. Je was een echt wrak toen ik je voor het eerst ontmoette.
Voelt niet zo fijn hè, als de man waar je verliefd op bent geworden, met wie je de halve wereld bent over verhuisd, zo tegen je begint te praten?
En dan mag je weten dat ik gewoon de schuld kreeg van alles wat misliep. Dat ik nu in Nederland zit is mijn eigen schuld.
Geeft niet hoor, want ik ben mooi van hem af, maar bevrijd weet ik nog niet.
In een van mijn eerste boeken over Senegal schreef ik over de burgemeester en het tekenen of niet tekenen van de papieren voor het project. Hij heeft die burgemeester bij de strot gepakt om hem te laten tekenen. Kun jij je voorstellen dat zoiets hier in Europa zou gebeuren? Of dat een of andere buitenlander iemand in het gemeentehuis een medewerker zo bedreigd dat die dan papieren in orde maakt?
Raf heeft dit in Senegal zo gedaan. Naderhand hebben ze hem teruggepakt en flink laten betalen voor zijn stuk grond, zogenaamde hogere belasting voor een buitenlander. De grond is overigens niet van Raf, maar blijft eigendom van de staat Senegal. De grond is 99 jaar van hem.
Ik zal er niet van staan te kijken als ze hem een keertje uit de weg ruimen. Hij behandelt ze als kleuters en als stront.
"Ze kunnen niets en als je ze iets leert moet je het de volgende dag weer opnieuw uitleggen. Ze moeten zich schikken naar mij en anders mogen ze oprotten. Er zijn er genoeg. Ze hebben mij nodig voor de aanplanting van de gemeentelijke bossen. Ik heb al een plan uitgewerkt, maar dat geef ik ze niet. Ze mogen erom smeken. De burgemeester denkt dat hij slim is, maar hij komt er nog wel achter dat hij mij nodig heeft. Wacht maar, de wereld zal het horen wat Raf allemaal gedaan heeft voor de zwartjes."
Volgens mij praat zo enkel een man die lichtelijk gestoord is. Hij zei in het begin van onze relatie dat zijn naam Rafael de betekenis heeft, God geneest. Hij voelt zich letterlijk een god in Afrika. Hij vertelde ook met grote verontwaardiging dat zijn ex in de rechtbank had gezegd dat hij aan grootheidswaanzin lijdt. Maar uiteindelijk is dat ook de waarheid.
Ik heb nog nooit een mens ontmoet die ervan overtuigd is dat de wereld voor hem zal buigen.
Sorry, deze zin moet aangepast worden.
Ik heb in mijn leven één mens ontmoet die ervan overtuigd is dat de wereld voor hem gaat buigen.
Hoe vaak ik heb gehoord dat hij naast van Balkenende heeft gestaan vanwege zijn uitvinding. Eerst voelde ik zijn trots, daarna werd het overheersend, omdat hij nu steeds kon zeggen dat ik nog niets gepresteerd had in mijn leventje. Hij kraakte mijn schrijfkunsten af, maar telkens als hij een stukje uit een van de boeken had gelezen kreeg ik te horen dat ik wel heel leuk schreef. Met daar achteraan de opmerking, nu nog beter je best doen om er te verkopen, anders kom je er niet.
Je ziet, feesten en blij zijn om mijn boek heeft twee kanten. Hoera ik ben van hem af. En spijtig dat er zoveel negatiefs te vertellen valt.
Uiteindelijk, voor de mensen die vinden dat ik hem zwart maak, mijn excuses. Ik dacht oprecht dat het een goed mens was, maar ik heb er mee samengewoond en hij is nu eenmaal anders. Ik maak hem niet zwart, dat is niet nodig. De mensen die hem kennen en die met hem samengeleefd hebben weten dat hij een zwarte ziel heeft.
Hij is al zijn hele leven lang zwart.
Gegroet
zaterdag 22 september 2018
Het hoeft niet altijd over de narcist te gaan
Eentje
uit het verleden, toen deed ik nog mee met schrijfwedstrijden. We
moesten allemaal op hetzelfde stukje een vervolg maken. Ik heb het een
beetje aangepast en wens jullie veel leesgenot.
Het
gebeurde heel plotseling. Hij zag haar in een flits toen het licht
van zijn koplampen over haar gestalte gleed. Hij trapte snel op de
rem, reed een stukje achteruit en bracht de wagen tot stilstand. Ze
stond in de regen, haar schouders opgetrokken terwijl de wind speelde
met haar groene shawl.
”Waar
gaat u naar toe?”, vroeg ze toen hij het raampje opendraaide.
”Ik rijd zomaar wat rond zonder bestemming”, glimlachte hij.
”Ik rijd zomaar wat rond zonder bestemming”, glimlachte hij.
Aarzelend
bleef ze staan en rilde zichtbaar in haar doorweekte jas.
”Stap
gauw in”, zei hij.
Ze
bracht een vage geur van rozen met zich mee en een vleugje
buitenlucht vermengd met vochtige kleding. De ruitenwissers zwiepten
heen en weer en het zwarte wegdek glom. Hij probeerde zijn ogen op de
witte streep gericht te houden, dwars door de stromende regen heen.
Met een zakdoekje veegde zij de uitgelopen make-up van haar gezicht
en fatsoeneerde haar gebloemde rok die aan haar lange benen kleefde.
”Hoe
heet je?”, vroeg hij na een poosje. Ondertussen zette hij de
verwarming wat hoger, voor haar die zo lang in de kou had gestaan.
”Camilla”,
antwoordde ze. Ze keek hem aan. Haar lichte ogen leken bijna
transparant, omrand door lange donkere wimpers. Een beetje bleek zag
ze wel, maar dat hoorde bij de tint van echte roodharigen, wist hij.
”Een
bijzondere naam”, merkte hij op.
Ze
glimlachte.
Ze
rommelde wat in haar tas en haalde een rol pepermunt tevoorschijn.
Het was lang geleden dat hij pepermunt had geproefd. De scherpe smaak
tintelde op zijn tong. Hij deed de radio aan. Gelukkig was ze geen
prater. Daar hield hij niet van. Ze hield haar ogen gesloten en tikte
met haar voet mee op de maat van de muziek. Phil Collins zong: ”In
the air tonight”.
Ze
zou beslist zijn vriendin kunnen worden, mijmerde hij. Hij vond haar
zelfs meer dan leuk. Ze was zijn type; spannende rok, lang haar,
mooie tanden. Wel wat aan de magere kant. Haar tengere polsen staken
wit uit de wijde mouwen. Behalve de voorruit waren alle ramen
beslagen. Afgescheiden van de buitenwereld door duisternis innig
verbonden voelde hij zich bevoorrecht dat ze naast hem zat.
”Je
komt me bekend voor”, zei ze opeens.
Even
schoof hij heen en weer in zijn stoel.
”Dat
lijkt me zeer onwaarschijnlijk”, zei hij uiterlijk kalm. Maar zijn
ogen prikten en zijn handen werden klam. Ingespannen tuurde hij over
de natte glinsterende rijbaan. Eigenlijk zou hij een parkeerplaats
moeten zoeken om even te pauzeren. Maar iets weerhield hem daarvan,
alsof er niets mocht gebeuren dat de betovering van de rit zou
verbreken. Bij het schijnsel van een tegenligger lichtten haar ogen
op als een kat in een donker.
Hij
wenste dat hij haar kon tekenen; haar gelaatstrekken kon vastleggen
op papier. De tere lijnen van kaak naar hals met speelse koperen
krullen die ontsnapten uit een losse knot. Hij zou haar een blos van
abrikoos geven op haar zachte wangen. Nog steeds had ze niet gezegd
waar ze heen wilde. Misschien wist ze dat nog niet. Haar sierlijke
handen lagen op haar bovenbenen, terwijl ze roerloos voor zich uit
staarde.
Hij
stelde zich voor hoe het zou zijn als ze bij elkaar zouden blijven.
Hij en Camilla. Met open dak rijden door verre warme streken,
wapperende haren. Samen onder een gouden zonsopkomst in de woestijn.
Langs slingerende paden door eindeloze velden met wuivend koren. Door
spookdorpen met volle maan of zwerven door nevelige donkergroene
wouden waar geen sterveling te bekennen was. Vrij, zorgeloos en toch
zou ze van hem zijn….
Een
plotselinge windstoot deed de auto slingeren en geschrokken greep hij
het stuur steviger vast. Vanuit zijn ooghoek zag hij dat Camilla haar
rok verder over haar knie schoof. Zijn gedachten keerden terug naar
de afgelopen periode. Al een paar troosteloze zondagen had hij in de
bewoonde wereld doorgebracht ijsberend in zijn grauwe flat waar niets
aan de muren hing. De telefoon rinkelde zelden. Soms bracht de stilte
hem ertoe dwaze liedjes uit zijn jeugd te zingen. Sinds een maand was
hij weer een vrij man, maar opnieuw gevangen tussen vier muren die
zijn rusteloze gedachten weerkaatsten. Dikwijls liet hij zijn
vermoeide hoofd in zijn koele handen zakken, sloot zijn ogen en
probeerde nergens aan te denken.
De
goden van het toeval leken onverbiddelijk. Alsof hij werd achtervolgd
door een geplande samenloop van omstandigheden die hij telkens
opnieuw moest meemaken. Die laatste keer, alweer vijftien jaar
geleden was het ook in zijn auto begonnen. Het was toen ook een mooie
vrouw die naast hem zat. Toch leek ze in niets op Camilla. Plotseling
had ze hem op de zenuwen gewerkt met haar nietszeggende gekwebbel en
haar goedkope opdringerige parfum. Hij kon zijn eigen gedachten niet
meer volgen. Daardoor was het allemaal gekomen. Monica heette ze. Ze
had niets door, zelfs niet toen hij een donkere verlaten landweg
insloeg en haar wijsmaakte dat hij de weg kwijt was…..
Daarna
kwam hij in die andere wereld, ver van de beschaving in alle
betekenissen van het woord. Een paar streepjes licht hielden hem in
leven. De gedempte zonnestralen die door het getinte glas van het
getraliede raampje vielen hadden hem herinnerd aan het bestaan van
ruimte, de open hemel, de sterren en de weidsheid van het heelal.
Plotseling
veerde Camilla overeind. Ze naderden een afslag die leidde naar een
klein stadje. Ze stonden even stil voor het stoplicht.
”Ik
ben hier al eens eerder geweest”, zei Camilla. ”maar toch ken ik
niemand die hier woont”.
”Dat
heb ik nou ook zo vaak”, zei hij. Het licht sprong op groen. ”Waar
moet je eigenlijk heen”, vroeg hij eindelijk. Zijn stem haperde een
beetje.
”Dat
weet ik nog niet”, zei ze een tikkeltje treurig.
Opgelucht
haalde hij adem. Ze moet wel voor mij bestemd zijn, dacht hij
verwonderd. Camilla beviel hem…
De
auto reed verder, de rustige muziek maakte dat Camilla indutte. Hij
keek naar haar en glimlachte. Zijn Camilla was mooi, nu ze sliep. Hij
reed door naar zijn flat, parkeerde de auto en maakte haar zacht
wakker.
“Camilla,
we zijn er”, zei hij bijna fluisterend.
Ze keek hem aan, haar ogen wijd open. Een moment dacht hij dat ze zou gaan gillen, maar een lachje verscheen rond haar mond. Ze knikte en maakte aanstalte om uit te stappen, hij legde zijn hand op haar arm. Ze keek hem vragend aan.
Ze keek hem aan, haar ogen wijd open. Een moment dacht hij dat ze zou gaan gillen, maar een lachje verscheen rond haar mond. Ze knikte en maakte aanstalte om uit te stappen, hij legde zijn hand op haar arm. Ze keek hem vragend aan.
“Heb
je honger?”, vroeg hij, “dan loop ik even naar de winkel. Het is
hier om de hoek.”
Ze
knikte wederom en nu stapte ze wel uit.
“Ik
loop wel even mee. Ik heb nog iets nodig”, sprak ze.
Hij liep rond de auto en nam haar hand. Ze trok niet terug, maar gaf hem een fijn kneepje in zijn hand. Hij glunderde. Wat is ze lief, dit is lotsbestemming, dacht hij. Ze liepen hand in hand de hoek om, hand in hand door de winkel en na het betalen gingen ze samen naar zijn flat.
Hij liep rond de auto en nam haar hand. Ze trok niet terug, maar gaf hem een fijn kneepje in zijn hand. Hij glunderde. Wat is ze lief, dit is lotsbestemming, dacht hij. Ze liepen hand in hand de hoek om, hand in hand door de winkel en na het betalen gingen ze samen naar zijn flat.
Binnen
verontschuldigde hij zich voor de rommel. Ze zei dat het niet
uitmaakte, hij moest haar huis eens zien! Haar huis?
“Er
wacht toch niemand op je?”, vroeg hij. Hij kreeg even een
beklemmend gevoel in zijn hartstreek. Stel dat ze JA zou zeggen, wat
dan? Dan verdween zijn Camilla uit zijn leven, nog voor ze zelfs deel
had uitgemaakt van zijn 'geweldige' leven.
“Nee”,
antwoordde ze met een krak in haar stem. Ze begon zacht te huilen.
Hij
toornde haar mee naar de bank en ging met haar zitten. Legde zijn arm
rond haar schouder en trok haar dicht tegen zich aan. De geur van
rozen drong in zijn neus en hij snoof extra diep om haar nog
dichterbij te hebben. Ze drukte haar gezicht tegen zijn hals en hij
voelde een traan op zijn huid. Heerlijk was het, haar zo te voelen.
Hij gaf haar een kus op de haren. Ze legde haar hand op zijn
bovenbeen. Een rilling trok door hem heen. Dit vroeg om een reactie.
Hij nam haar hand en kuste haar palm. Legde zacht de hand weer op
zijn been.
“Laat
je maar gaan. Huil maar, je hebt het nodig. Lieve Camilla.”
Haar
hand streelde zijn been en haar warme zachte lippen spraken: “Dank
je, je bent lief.”
Meer
wilde hij niet horen. Nog niet, dat kwam later wel. Hij hield zijn
arm stevig rond haar schouder en kuste nogmaals haar rosse haar. Wat
rook ze lekker. Hij zuchtte.
Alsof
dat het teken was veerde ze recht. Ze keek hem in de ogen en vroeg
spontaan:”Mag ik blijven slapen?”
Hij
was verbouwereerd en schudde zijn hoofd. Maar uit zijn mond volgde
als vanzelf: “Ja natuurlijk mag je dat. Ik heb wel geen logeerbed.”
Ze
lachte en gaf hem een knipoog. Dit had hij nog nooit meegemaakt. Wat
voelde hij zich raar. Een mooie vrouw die zomaar zichzelf aanbood?
Het was toch een aanbod of niet? Zou hij het durven vragen? Zou de
droom dan uiteen spatten? Was dit dan een droom?
Hij
kneep zich in de arm. Ze zag het en kneep hem ook, in zijn been.
Toen
moest ze hardop lachen en ze gaf hem een kus op zijn wang.
“Ik
ben echt hoor”,zei ze. “maar als je wil dat ik ga moet je het
eerlijk zeggen. Het is nogal fraai hè? Eerst geef je me een lift,
dan bied je me eten aan en vervolgens vraag ik om te mogen blijven.
Zeg maar eerlijk, moet ik gaan of blijven?”
Hij
trok haar naar zich toe en zei:”Blijf!”
Even
zaten ze daar, stilletjes tegen elkaar hangend. Toen vroeg hij of ze
zich wilde opfrissen? Hij wees haar de douche en gaf haar een
handdoek. Ze vroeg of hij voor haar kleren had en begon zich al uit
te kleden. Hij draaide om, voelde zich verlegen, werd een beetje boos
op zichzelf. Blijf toch kijken! Je bent toch een vent. Kijk en zie
hoe ze zich voor je uitkleedt. Hij draaide terug om. Daar stond ze in
een groene slip, zo groen als haar sjaal, die zo mooi wapperde in de
wind. Haar borsten fier vooruit. Ze schudde haar haren los. Die
vielen over haar schouders en landden tevens over haar borsten. Wat
was ze mooi, zo bleek en naakt en perfect gevormd. Bovendien helemaal
van hem. Nu wist hij het zeker. Ze was zijn Camilla, zijn vriendin
voor eeuwig.
Ze
stapte onder de waterstralen en hij zag de haren donker kleuren. Ze
zeepte zich in en het schuim feestte over haar welvingen. Hij genoot
van het zicht. Haar zo te mogen aanschouwen, ze was een lust voor het
oog. Ze spoelde zich zorgvuldig af en nam de handdoek. Ze keek naar
zijn lege handen. Draaide dan de handdoek maar rond haar middel. Liep
op hem toe en kuste hem.
“Dank
je, ik voel me al een heel stuk beter. Ga je ook even douchen?”
Hij
knikte en liep naar de kleine natte aangedampte ruimte. Hij trok de
deur achter zich dicht. Binnen vijf minuten was hij klaar, stapte met
dezelfde kleren aan weer naar buiten en keek waar ze was. Hij vond
haar in zijn keukentje, ze was volop aan de gang om eten klaar te
maken. Prima, dan hoefde hij dat niet te doen. Hij plofte op de bank
en vroeg of ze hem wat te drinken kon brengen.
In
de handdoek liep ze naar de koelkast en pakte een biertje. Ze trok
het blikje open en nam zelf eerst een slokje. Zo, dat zag hij nou
eens net. Daar was hij vies van. Niemand dronk van zijn bier. Hij nam
het blik aan en zette het met een smak op tafel. Ze keek hem even aan
en negeerde het verder. Ze liep naar de keuken en wiegde met haar
heupen. Zijn boosheid verdween een beetje. Ze moest gewoon nog veel
leren, dacht hij.
Een
half uur later zaten ze aan de keukentafel te eten. Het smaakte goed.
Hij was tevreden. Ze vroeg of hij nog een biertje wilde, hij knikte.
Wederom pakte ze een blikje en opende het, nam het eerste slokje en
gaf het aan hem.
“Verdorie,
waarom doe je dat nou?!”, brulde hij. Hij plofte het blik op de
tafel en trok haar aan haar arm naar zich toe. “Niemand, maar dan
ook niemand, drinkt uit mijn blik!!”
Ze
gilde en wilde haar arm lostrekken, maar zijn greep verstevigde. Hij
legde haar over zijn knie en gaf haar een klap op haar achterste.
“Dat
doen we met meisjes die niet luisteren”, zei hij. En een volgende
klap kletste op haar billen. De handdoek schoof opzij en hij zag zijn
handafdruk op de tere witte huid. Het kleurde zo mooi. Hij streelde
er even over. Wat een mooi werk had hij gecreëerd. Ze huilde en zei
dat ze het nooit meer zou doen, haar vorige vriendje vond het fijn
als ze dat zo voor hem neerzette, ze dacht dat hij het ook prettig
zou vinden.
“Niet
dus! Blijf van mijn bier.” Hij trok haar recht en bij haar arm nam
hij haar mee naar zijn slaapkamer. Hij duwde haar op het bed. Een
straf moest gegeven worden, zoals hij vaak gestraft was in zijn
'andere' leven. Hij trok de handdoek af en beval haar op de knieën
te gaan zitten op de rand van het bed. Haar gezicht naar de muur.
Ze
keek rond en zag nu pas hoe grauw en grijs het hier was. Geen
kleurtjes, geen vrolijke gordijnen, geen schilderijen of foto's. Haar
geheugen begon als een razende te werken en plots wist ze waar ze hem
van kende. Het had in de krant gestaan, dagenlang was hij in het
nieuws geweest. Hij was een killer, een bruut die een vrouw zo
toegetakeld had, dat ze wekenlang onderzoek moesten doen voor ze
wisten wie het was. Er had een zwarte blok voor zijn ogen gestaan op
elke foto, maar hij moest het wel zijn. Ze voelde het in elke vezel
van haar lichaam. Elke cel wist dat dit de waarheid was. Haar brein
maakte in enkele seconden overuren. Hier moest ze aan ontsnappen, ze
wilde niet zijn volgende slachtoffer worden. Hoe kon eigenlijk zo'n
duivelse persoon de vrijheid terug krijgen? Was hij ontsnapt? Dat had
ze niet gelezen, nochtans zou het best kunnen, ze was zelf al dagen
op zwerftocht. Misschien was hij gisteren of zelfs vandaag wel kunnen
ontsnappen en zij was het eerste wat zijn pad had gekruist. Waar had
ze zich in begeven toen ze instapte?
Hij
had ondertussen zijn broek op de enkels en maakte zich gereed om bij
haar binnen te dringen.
“Wacht
je even?”, vroeg ze zacht. “Ik wil je laten genieten, niet zo.
Niet op deze manier.”
Haar
stem klonk overtuigend en hij smolt een tikkeltje.
“Je
bent een mooie man. Ik wil met passie vrijen met je. Vind je dat
oké?” Ze klonk wat zwoeler nu. Ze keek over haar schouder en zakte
rustig tot ze plat op haar buik lag. Heel langzaam draaide ze zich
om. Ze spreidde haar benen en wenkte hem. Hij kroop op het bed, was
betoverd. Ze haalde hem aan, als een hondje. Hij gehoorzaamde. Ging
rustig naast haar liggen. Ze nam zijn hand en legde die op haar buik.
Samen wreven ze richting haar borsten. Zij ademde rustig in en uit.
Haar borst ging met haar ademhaling op en neer. Hij volgde met zijn
ogen. Ze neuriede zacht en hij streelde haar nu zelfstandig. Heel
rustig in het tempo van haar ademhaling. Ze zag dat hij wegdommelde
heel zacht neuriede ze tot zijn ademhaling net zo rustig was. Hij
sliep. Ze schoof een stukje van hem weg. Hij verroerde zich niet. Ze
sloop uit het bed, naar de keuken. Ze hoorde hem kreunen en dacht dat
hij wakker werd. Ze hield zich muisstil en wachtte. Niks meer. Ze
greep naar het aanrecht, ze had daarstraks de groentes gesneden. Ze
nam het mes, het was vlijmscherp. Ze liep terug naar het bed. Hoe zou
ze het aanpakken? Even twijfelde ze. Toen opende hij zijn ogen. Ze
schrok en dook op hem. Het mes plofte in zijn lijf, zijn gore lijf.
Dat ondanks het douchen nog stonk. Dat haar had willen nemen. Ze trok
aan het mes en plofte het opnieuw in zijn borst. En nog eens en nog
eens. In een andere dimensie bevond ze zich. Dit was ze niet. Dit was
een ander. Een wildvreemde die hier tekeer ging als een gek. Ja, ze
was helemaal gek geworden. Ze stak en sneed zoveel ze kon. Dit
monster mocht niet meer opstaan.
Uiteindelijk
viel ze vol bloed bovenop hem. Uitgeput van het werk. Moe maar
voldaan.
Haar
gedachten gingen naar haar vorige vriendje. Ze vroeg zich af of
iemand hem al gevonden zou hebben? Met een glimlach stond ze op, ze
ging zich douchen, kleedde zich aan en vertrok. De auto nam ze mee.
Er stond vast wel een leuke jongen ergens te liften.
vrijdag 21 september 2018
De herfst begint
Herfst
de
koude nadert
de
wind waait zacht
ik
schop door de bladeren
stoot
mijn teen
en jij
lacht
tussen
de bomen
de
mooist geweefde webben
gesponnen
door
kleine wezens
die ik
niet graag tegenkom
de
wind zet aan
mijn
donkere haren wapperen
ik
geniet
de zon
laat zich zakken
achter
het weiland
een
mistige laag
trekt
traag over het groene veld
daarachter
ligt nog niet verscholen
de
rode gloed
van
het beukenbos
eronder
het mos
ik zou
me er graag vleien
ga jij
met me mee?
dan
kunnen we in de herfst
eens
lekker vrijen
woensdag 12 september 2018
Ik heb ze nog, gevoelens
Ik
zou zo graag
hotel
de botel
dat
gevoel
weer
willen voelen
begrijp
je wat ik bedoel?
rietpetieterige
kriebels
in
mijn onderbuik
en
dieper
fladderende
vlinders
die
me meenemen naar ongekende hoogten
ik
wil in liefdevolle ogen verdwalen
verdrinken
wil ik er niet in
ik
wil niet kopje onder
dwalen
met
een glimlach op mijn gezicht
een
hand vooruit gestoken
op
zoek
naar
jou
wacht
op mij
ik
ben onderweg
ga
eerst mijn ballast
ergens
droppen
zodat
ik volledig open
opnieuw
kan beginnen
ontvangen
nemen
geven
delen
genieten
van genot
verliefd
sterven
lijkt
me heerlijk
dinsdag 11 september 2018
Steun de slachtoffers van narcisme
Waarom
laten mensen met zich sollen?
Dit is een gedachtegang van
buitenstaanders. Van de mensen die geen narcistische persoon in hun
buurt hebben. Die ook geen slachtoffers kennen. En of dat nu mannen,
vrouwen of kinderen zijn die in contact zijn geweest met een narcist,
dat maakt niet uit. Ook narcisten bestaan in alle soorten en maten.
Ze hebben ook niet allemaal dezelfde kenmerken en zijn niet allemaal
even erg. Daarom lijkt het voor een buitenstaander alsof een
slachtoffer met zich heeft laten sollen. Naar de buitenwereld toe is
de narcist meestal vriendelijk, behulpzaam, charmant. Zo ook in het
begin naar zijn partner.
Ik ben
harder geknakt door hem dan ik aanvankelijk dacht. Ik dacht dat ik
slim was en dat ik er ook snel vanaf zou zijn als ik geen contact
meer met hem zou hebben.
Het
doet me pijn. Ooit was ik een vrouw met een gezond zelfvertrouwen. Ik
kon goed voor mezelf zorgen en ook voor anderen. Ik kan nog steeds
goed voor mezelf zorgen, maar ik twijfel aan veel dingen, waarover ik
vroeger niet zou twijfelen. En ook al weet ik als ik nuchter nadenk
dat het allemaal zo erg niet is en dat ik vooruit kan, toch hapert er
iets. Ik kan er mijn vinger niet op leggen. Soms huil ik de hele dag.
Dan denk ik dat ik het anders had kunnen aanpakken, maar als ik
verder ga nadenken dan kom ik tot de conclusie dat ik het helemaal
niet anders aan had kunnen pakken, want dat stond hij niet toe. Als
er anderen in de buurt waren liet hij geloven dat we samen werkten en
samen goede dingen deden, dat ik goed was in zaken regelen, in lekker
koken, in zorgen voor van alles en nog wat. Maar als we alleen waren
dan gaf hij kleine steekjes, ik deed het altijd net niet goed genoeg.
Hij vond dat het anders moest. Hij zou zus en hij zou zo...
En o
wee als ik er iets van zei, dan werd mijn “tegenspraak” niet
geduld. Ik moest komen met fatsoenlijke argumenten en als ik dan
goede argumenten had, gaf hij er een draai aan, zodat ze van tafel
geveegd werden. Hij gooide tijdens onze gesprekken vaak een duur
woord op tafel of iets in het Latijns. Dan hield hij een paar
seconden stil en begon aan de uitleg van zijn tekst. Nu ben ik niet
stom en als ik dan hem onderbrak door te zeggen dat ik heus wel wist
wat het woord betekende werd hij boos.
Hij
wilde in het begin een intelligente vrouw met een gezonde dosis
humor, maar uiteindelijk mocht ik niet intelligenter zijn dan hem. Ik
mocht ook in gezelschap niet harder opvallen dan hij. Als ik meer
aandacht kreeg, begon hij of harder te praten of hardop te lachen,
zodat de hoofden van de mensen zijn kant opdraaide. Een keer zaten we
samen op een terras en we zaten met twee in gesprek. Het ging er
rustig en gezellig aan toe tot hij plots een hele uitleg opstartte
over chemische verbinding en elementen. Ik weet het oorspronkelijke
gesprek niet meer, maar er zaten ondertussen wat meer mensen op het
terras en natuurlijk stond hij door wat harder te praten meteen in de
belangstelling. Een man van een paar tafeltjes verderop vroeg hem
meer uitleg en hij was vertrokken.
Een
andere keer zaten we wat te drinken en ik kreeg aanspraak van een
koppel naast ons. Ze hadden gehoord dat we het over Afrika hadden
(dat was zijn vaste gespreksonderdeel in Europa om aandacht te
trekken) en ze hoorden dat ik er boeken over geschreven had. Ze
wilden graag meer van mij weten en waar ze mijn boeken konden
bestellen. Hij nam het gesprek over en uiteindelijk stoefte hij
naderhand dat hij ze aan een boek geholpen had.
Ik nam
dit soort gesprekken en handelingen vaak voor lief. Het maakte mij
niet zoveel uit dat hij aandacht vroeg, waar we ook waren.
Later
vond ik het steeds vervelender dat hij mijn gesprekken overnam en dat
ik opzij geschoven werd als ik belangstelling kreeg van mensen. Ik
mocht precies niet meer aanwezig zijn. Alleen als ik hem mee onder de
aandacht kon brengen, telde ik ook mee. Ik was goed genoeg om
allerlei zaken op de achtergrond te regelen, ook qua inzamelingen
voor het project. Uiteindelijk deed hij alsof hij alles gedaan en
geregeld had. Nooit een complimentje, tenzij er volk bij was. En hij
het eigenlijk niet kon maken om me te negeren.
Maar
ik ben meer dan dat. Ik ben geen bijzaak. Ik ben een volwaardig
persoon. En ik ga knokken om weer die vrouw te zijn. Een sterke
zelfstandige vrouw die voor zichzelf opkomt.
En
hoewel ik weet dat de ijsberg aan de onderkant nog een grote
verrassing gaat hebben, blijf ik knokken voor mezelf en voor anderen.
Als ik het kan kan iedereen het.
Wij
hebben niet met ons laten sollen. We zijn misbruikt. We hadden goed
vertrouwen in die vriendelijke mens. Die mens die beloftes deed, die
aangenaam was in omgang.
De
buitenwereld weet het niet. Die ziet niet alles en die kijkt er
anders tegenaan. Maar andere slachtoffers herkennen het en hebben het
ook niet aan zien komen.
Ik
voel me inderdaad vaak stom dat ik die man heb geloofd, dat ik erin
gestonken ben. In zijn mooie verhaaltjes. Zelfs zijn directe omgeving
zei gewoon dat ik hem moest accepteren zoals hij was, maar zij
hoefden niet dag en nacht met hem samen te zijn. En ik weet zeker dat
als ze dat wel zouden zijn dat ze allemaal gillend weg gelopen zouden
zijn.
Je
kunt inderdaad accepteren dat iemand een narcist is, daar kan die
persoon vaak zelf niets tot weinig aan doen. Maar je hoeft er echt
niet mee samen te leven. Vooral niet als die persoon geen liefde
kent. Mijn narcist was daar heel simpel in, die zei gewoon dat ik
mijn emo uit moest zetten. Die wilde verder met mijn leuke kant.
“Als
je kreng opzij zet mag je bij me blijven.”
De
meest rare uitspraken kon hij doen. En ik accepteerde het, want ik
dacht dat hij terug zou veranderen in de man die hij de eerste week
was. Ik dacht dat ik hem kon helpen om weer lief te hebben. Ik dacht
dat hij zoveel geleden had door zijn ouders, zijn broer en zussen en
niet te vergeten zijn ex-vrouwen. Hij heeft me die eerste week zoveel
verteld over alle slechte dingen die hij meegemaakt had met al die
mensen. Zelfs zijn eigen kinderen hadden hem bedrogen en veel pijn
gedaan. Hij was bezeerd en was zo blij dat ik er nu was, een
liefdevolle dame die hem blij maakte met haar geweldige lach.
Dat
hij die lach door de jaren heen veranderde in een ietwat zuur gezicht
is volgens hem niet zijn schuld, maar mijn eigen schuld. Ik heb de
put zelf gegraven en hij heeft alles gedaan wat in zijn mogelijkheid
lag om mij bovengronds te houden.
Ik
roep de buitenwereld op om er te zijn voor de slachtoffers van
narcistische personen!!!
Wij
hebben niet met ons laten sollen. We zijn misbruikt. We stapten vol
vertrouwen in een relatie met een vriendelijk, warme persoon. Een
persoon die ons meenam naar de top en zodra we begonnen zweven en
boven deze persoon uitkwamen, begon die ons te ondergraven. Kleine
sneren waardoor we langzaam maar zeker begonnen te twijfelen aan
onszelf.
Het is
tijd dat het doek valt, geen Oscar voor de narcist. Maar een dik,
warm applaus voor alle slachtoffers. Die ondanks veel moeilijkheden
overeind proberen te blijven.
Steun
ze, ben er voor hen die je nodig hebben. Er is leven na de narcist.
maandag 10 september 2018
Er is meer in het leven
Niet
alle dagen verlopen slecht. Ik kan heerlijk genieten van het leven,
zonder aan de narcist te denken.
Vandaag
begonnen met een kopje koffie in het buurtcentrum. Een paar maanden
geleden heb ik mezelf gedwongen om er een keertje binnen te lopen. Ik
ben nieuw in dit dorp en ik ken maar een paar mensen, misschien kom
ik via het buurtcentrum nieuwe mensen tegen.
Ja,
natuurlijk kom ik daar nieuwe mensen tegen, maar durf ik met ze te
praten? Durf ik mezelf bloot te geven? Voorzichtig maak ik een
eerste praatje met de maatschappelijk werker, hij geeft een beetje
uitleg wat er allemaal te doen is in het centrum. Door de week kun je
gewoon elke ochtend binnenlopen en met de andere mensen een kopje
koffie drinken of thee. De eerste stap is gezet, al moet ik ook
eerlijk bekennen dat ik, voor deze stap, week in week uit die deur
voorbij gelopen ben. Ik lijk wel stoer, maar ben het niet altijd.
Na
mijn kopje koffie en een gezellig kletspraatje met andere bewoners
ben ik naar een brievenbus gelopen, brief gepost en een rondje
gewandeld terug naar huis.
De
brief die ik gepost heb is ook weer een verhaal apart. In mei kreeg
ik van de belasting een brief aan, dat ik forenzenbelasting moest
betalen. Natuurlijk diende ik een bezwaar in, want ik woon hier
gewoon. In juni krijg ik een brief dat ze alles gecontroleerd hebben
bij de gemeente en dat ik niet hoef te betalen, want ik ben geen
forens. Snel geregeld, ware het niet dat dit af en toe ook op Afrika
lijkt. In augustus krijg ik een brief van de belasting, ze hebben een
aangepaste WOZ-waarde van mijn huis en ik moet een lagere
forenzenbelasting betalen.
Ik
zoek in mijn papieren en maak een kopie van hun eigen brief waarin
staat dat ik geen forens ben. Ik verzoek ze vriendelijk om hun
administratie aan te passen en mij als forens te schrappen. Nu
afwachten...
Thuis
lekker in de tuin bezig geweest. De rozen terug gesnoeid, mijn
bietjes en kolen verzorgd. Binnen mijn Afrikaanse bomen water
gegeven, er is er al eentje bijna een meter hoog en dat op 5 maanden
tijd. Ik hoop dat hij de winterperiode overleefd.
Ik
bereid me ondertussen voor op de operatie van aanstaande vrijdag.
Mijn bed zet ik anders, zodat ik meer kussen tegen de muur kan zetten
voor extra steun. Ik regel voldoende eten en boodschapjes. De
papieren voor het ziekenhuis en voor de verzekering vul ik in. Ik
moet nog afwachten of ze iets gaan vergoeden. Ik hoop het wel, want
ik heb gewoon mijn premie betaald voor het hele jaar. Maar aangezien
ze met rare regeltjes werken, is het dus afwachten wat ze gaan doen.
Mochten ze niets vergoeden dan sla ik volgend jaar de zorgverzekering
over. Dan heb ik dat deel van de operatie toch terug.
Morgen
hoop ik nieuws te kunnen plaatsen over mijn nieuwe boek: Bevrijd van
de narcist.
Nu heb
ik er toch even aan gedacht...
Ik ga
naar buiten, genieten van de zon. Misschien word ik voldoende
verwarmd en smelten de koude gedachten aan het verleden.
zaterdag 8 september 2018
Ben ik dom?
Ben ik
dom, omdat ik er in getrapt ben? Dagelijks vraag ik me af hoe het
zover heeft kunnen komen? Maar elke dag vallen steeds meer stukjes op
hun plaats. Heel geslepen heeft de narcist me ondermijnd.
Hij
heeft me telkens verteld dat ik me door mijn kinderen niet moest
laten gebruiken. Want volgens hem zei ik te gemakkelijk ja op alles
wat ze vroegen na de scheiding. De oudste wilde met zijn groep (die
hij al vanaf de kleuterschool kende) oudjaar vieren in mijn huis.
Natuurlijk zei ik ja, want ik ken al de jongens. Het is een gezellige
groep en ze gaan op hun 17e (het moment van de vraag) nog steeds met elkaar om. Gezellig toch
dat ze dat bij mij willen vieren.
Ik
waarschuw ze wel dat ze voorzichtig moeten zijn met vuurwerk
afsteken, want ik woon bij een benzinepomp. Ik zet alles klaar op de
bovenste verdieping, waar ze ruimte genoeg hebben om hun eigen
feestje te vieren, glazen, schalen, servetten, drank (wat ze zelf
betaald hebben). Ik bak de hapjes (die zij betaald hebben) ik loop
met regelmaat de trap naar de zolder op en geef de hapjes af. Ze
hebben de grootste lol en ik geniet omdat zij genieten.
Mijn
vriend vind echter dat ik ze verwen. Dat ik me uitsloof. Dat ik hun
slaaf ben.
Dikke,
vette flauwekul. Ik ken deze jongens vanaf hun peutertijd en ik
geniet gewoon van hun aanwezigheid. Hij is waarschijnlijk jaloers en
daarom zegt hij dat ze me gebruiken.
Mijn
dochter is bij haar vader gaan wonen. Ik zie haar om de week alleen
in het weekend. Mijn vriend weet te vertellen dat ik haar ook al veel
te veel verwen. Langs de andere kant vindt hij haar een geweldig,
leuk kind, en hij wil haar gezicht gebruiken om zijn nieuwste product
aan de man te brengen. Ik maak een fotoreportage en een folder van
het nieuwe machine in zijn bedrijf. Hij keurt uiteindelijk een foto
goed en zegt nogmaals dat een een heerlijke meid is. Maar ze maakt
volgens hem te veel gebruik van mij.
Ik
laat zijn praatjes links van me liggen. Het zijn mijn kinderen en ik
geniet er elke keer weer van als ze bij mij zijn. Wij hebben lol en
kunnen alles bespreken met elkaar. Vermoedelijk is hij daar jaloers
om. Hij kan niet tussen ons komen, dat gaat wringen. Hij zoekt een
manier om me te isoleren, om me te scheiden van mijn kinderen. En in
het begin zie ik het niet eens. Nu ik van hem weg ben valt er steeds
meer op zijn plaats. Hij is al vanaf het begin aan het stoken. En ik
liep stomweg met mijn kop in de roze wolken. Zag het niet, zag het
niet, zag het niet.
Ik
neem me dit zelf heel erg kwalijk. Als ik bij mijn ex-man en mijn
kinderen ben geweest, vertrek ik steeds met een kramp in mijn hart.
Gisteren
ben ik samen met mijn ex en mijn oudste zoon naar de diploma-uitreiking van
mijn dochter geweest. Ik heb genoten. Ik ben zo trots op mijn
kinderen. Ze hebben zich goed door alles heen geslagen. De scheiding
lijkt ze niet te veel beschadigd te hebben, maar daar ben ik nog niet
helemaal zeker van.
Toen
ik naar huis reed, kwamen de tranen. De hele weg heb ik gehuild. Ik
denk dat ik er niet meer bij hoor. Wat heb ik een grote fout gemaakt
in mijn leven. Ik kan de tijd niet terug draaien. Ik kan alleen mijn
best doen voor de toekomst.
Komen
we terug bij de volgende relatie in mijn leven. De narcist, de
isolatie, de verhuis naar Afrika (hoe ver kun je iemand isoleren) de
blinde vlek, de roze wolk/bril, de vaak ook zo lieve man die me
manipuleerde. Die me wijs maakte dat mijn kinderen gebruikers waren,
mijn familie en zijn familie eigenlijk nietsnutten zijn, België en
Nederland dat binnenkort op zijn gat ligt. Die beweert dat Europa de
boot ingaat en over een paar jaar waarschijnlijk tot een burgeroorlog
overgaat. Zijn Facebook staat vol rebelsheid tegen de overheid, tegen
alles wat hem stoort. Hij vindt zichzelf een wereldredder. En hij
gaat beginnen in Senegal, want daar kan hij waarschijnlijk meer
mensen overtuigen. (ze zijn daar namelijk nog stommer dan Europeanen (volgens hem) en dus makkelijker te overtuigen) Ik zie dat als nieuwe
prooi.
Terug
naar de vraag of ik eigenlijk dom ben?
Als
slachtoffer van narcistische misleiding ben je niet dom.
Het is
belangrijk dat je je realiseert dat je niets verkeerd hebt gedaan.
Jouw
gedrag heeft er niet toe geleid dat de narcist je heeft misbruikt. De
narcist is zelf verantwoordelijk voor het narcistisch misbruik.
Het
heeft niets met jou te maken en het is op geen enkele wijze jouw
schuld. Geloof me, het gaat alleen maar over de narcist.
Heel
veel vrouwen in destructieve relaties vragen zich uiteindelijk af hoe
ze zo dom konden zijn...
Ik kan
je vertellen: WIJ ZIJN NIET DOM!
Voor
de meeste mensen en zelfs voor bijvoorbeeld psychiaters, therapeuten
en rechters, zijn narcisten moeilijk te herkennen. Narcisme kan
ontzettend moeilijk te diagnosticeren zijn, vooral wanneer je niet
weet waarop je moet letten. Begrijpelijk dus, dat de meesten van ons
niet eens wisten wat de narcistische stoornis in de praktijk inhoudt.
Dit houdt ook in dat we daardoor niet altijd een verstandige
partnerkeuze kunnen maken, hoe slim, intelligent, intuïtief of
geschoold we ook zijn.
Verraden
door liefde
Wij
zijn verraden door liefde, want een echte narcist kent geen liefde
voor een ander, alleen een gebrekkige eigenliefde. Nadat we dit voor
het eerst gaan beseffen, worden we in het begin meestal overweldigd
door de verwarring, schaamte en schande. We vragen onszelf af hoe het
komt dat we de leugens en manipulaties niet zagen. Het is gemakkelijk
om boos op onszelf te worden, wanneer we ons realiseren dat we zijn
verraden door "liefde" en dat de hele relatie een illusie
was.
Het is
normaal om ons dom te voelen als we de werkelijkheid gaan zien. Maar,
wij zijn niet dom, we zijn liefdevolle, empathische mensen. We hebben
alleen nooit geleerd dat er een diepe donkere laag in de samenleving
bestaat, met mensen die emotioneel onderontwikkeld zijn en die zonder
geweten handelen. Meestal leren we alleen over gevaarlijke
mannen/vrouwen in sprookjes of in verhalen van seriemoordenaars. We
wisten niet dat ze ook gewoon onder ons zijn in het dagelijkse leven.
Noem het naïef, maar het zijn mannen of vrouwen die, zeker in het
begin, schijnbaar normaal zijn. We konden onszelf niet beschermen,
tegen iets waarvan we niet eens wisten dat het bestond. Stop daarom
ook met jezelf de schuld te geven!
Nadat
we onszelf 'uit de ban' van de narcist bevrijd hebben, zijn we vaak
getraumatiseerd en worden we geconfronteerd met de pijn en de nasleep
van een destructieve relatie. Vermijding en ontkenning zijn dan een
normale, natuurlijke menselijke reactie op pijn. We doen het
allemaal, in verschillende mate...
Wanneer
we echter de moed van binnen vinden om de pijn echt te doorleven en
aan het herstel te werken, pas dan zullen we echt bevrijd worden van
de pijn van narcistische manipulatie. Dat is ook het moment wanneer
we weer stappen kunnen gaan nemen voor een mooiere toekomst en de
vreugde van het leven weer kunnen gaan ervaren.
We
kunnen de pijn niet door laten gaan of vermijden én tegelijkertijd
het geluk opnieuw ontdekken, dat we uiteindelijk allemaal verdienen.
We kunnen niet om de pijn heen, dus kunnen we het net zo goed
omarmen, met alle uitdagende gevoelens en moeilijke ups en downs die
de essentie zijn van het proces. Soms kan het lijken alsof je de pijn
altijd zal blijven voelen... tot je op een dag hersteld zal zijn en
je de prachtige echte wereld weer kunt zien, waarvan je tijdens de
relatie vergeten was dat die bestond. Ook jij kunt het!
Belangrijk
is om te vertrouwen in jezelf. Jij bent het meeste waard! Niet de
persoon die je in de grond heeft getrapt, niet de personen rond je
heen die allemaal hun zegje willen doen en die allemaal hun mening
hebben. Zij hebben niet doorleefd wat jij beleefd hebt. Vertrouw op
jezelf. Weet dat jij het waard bent. Dan pas kun je de stappen nemen
om los te laten. Vergeten doe je nooit, vergeten mag je ook niet,
want je wilt niet nog een keer in zo een figuur trappen.
Begin
terug met de kleine dingen te waarderen, ga naar buiten, wandel en
haal diep adem. Besef dat je leeft.
Jij
bent!
En dat
kan niemand je meer af pakken.
Abonneren op:
Posts (Atom)