Herfst
de
koude nadert
de
wind waait zacht
ik
schop door de bladeren
stoot
mijn teen
en jij
lacht
tussen
de bomen
de
mooist geweefde webben
gesponnen
door
kleine wezens
die ik
niet graag tegenkom
de
wind zet aan
mijn
donkere haren wapperen
ik
geniet
de zon
laat zich zakken
achter
het weiland
een
mistige laag
trekt
traag over het groene veld
daarachter
ligt nog niet verscholen
de
rode gloed
van
het beukenbos
eronder
het mos
ik zou
me er graag vleien
ga jij
met me mee?
dan
kunnen we in de herfst
eens
lekker vrijen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten