Sinds
er jonge poesjes hier in huis wonen, is er een en ander in mijn
leefpatroon veranderd. Waar ze op dit moment zitten, liggen of hangen
weet ik niet precies. Het is verdacht stil, zoals we dat zeggen.
Stilte voor de storm.
Ze
wonen hier nog maar enkele dagen, maar het brengt al veel leven in de
brouwerij. Ik ben vroeg uit mijn bed en dan komen de twee zoetjes al
miauwend aangelopen. Ze gaan mee naar het toilet en daarna drinken we
samen een bakkie. Zij melk en ik de koffie, zwart.
Ze
ravotten heel het huis door. Beter gezegd, huisje door, zo groot woon
ik niet. Gelukkig maar, anders maken ze er helemaal een grote bende
van. Als ze moe zijn, komen ze naast de stoel staan en springen ze in
mijn rok. Ze hebben dan ook mijn velletje te pakken, maar daar voelen
zij niets van. Als ik (te) hard auw roep vliegen ze vanzelf weer van
mijn schoot. Dat probeer ik nu te minderen, want ze komen dan een
tweede en derde keer weer aan mijn rok en velletje hangen.
Gisteren
waren ze zo hard aan het stoeien, dat hun waterbakje en melkbakje
door de keuken schoof. Natuurlijk bleef de vloeistof er niet netjes
in, maar werd gewoon de vloer nat.
Een
tijdje later zag ik dat het in de gang ook behoorlijk nat was.
Hetgeen ze wel al opgedronken hadden was daar weer gedeponeerd. Het
geeft je wat te doen op een dag. Gelukkig kan ik nog wel een dweil
hanteren, dat is niet het zwaarste werk.
Boef
en Muis, zo heten ze, liggen nu lekker op een stoel te dutten. De
oren een beetje gespitst, want de wasmachine draait en dat is voor
die twee kleintjes toch wel een spannend ding. Eerst kwam Muis op
schoot zitten en haar kopje ging met de draaiing op en neer, rond en
rond. Toen ze wankelde heb ik haar maar ergens anders gezet. Beetje
afleiding gegeven, zodat ze straks niet moet kotsen. Een kattenplasje
opruimen vind ik niet zo erg, maar kattenkots gaat erover.
De
nieuwe huisgenoten geven me inspiratie om te schrijven en te dichten.
En nee, het gaat dan niet over katten. Wel een beetje over poesjes,
maar van een ander soort en formaat.
Vanmorgen
had ik het met Johan, van het buurtcentrum De Triangel over mensen en
hun gedrag en nog veel meer. Toen dacht ik: “Ik ga een nieuw boek
schrijven”.
De
titel wordt: DAT STAAT NIET IN EEN BOEK GESCHREVEN
Als ik
het uitgewerkt heb en wanneer het af is, dan staat het natuurlijk wel
in een boek geschreven, maar het zal geen handleiding zijn. Er
bestaan geen gebruiksaanwijzingen over hoe je met mensen om moet
gaan. Dat kan ook niet want iedereen is uniek en niemand reageert
hetzelfde op het leven.
Misschien
komt het boek nooit af, want het is een zeer uitgebreid onderwerp. De
inspiratie is er al wel voldoende. Toen ik thuiskwam schreef ik dit:
Het
was op een blauwe maandag
ik zag
haar gaan
ze
zweefde haast
met
rondingen zo prachtig
en hij
ging staan
ik
keek verbaasd
want
ik ben toch al tachtig
ze
keek naar mij
en
toen naar hem
volgde
met haar zwoele stem
het
werd me echt te machtig
haar
stem
haar
ronde dingen
met
klem
piepte
hij
ik wil
zo graag eens swingen
Ik
houd wel van een geintje. Ik denk jullie ook wel. Neem twee jonge
poesjes in huis en zie wat er gebeurt. Je wordt er onsamenhangend
van.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten