Nog maar eens eentje uit mijn vierde boek: Twee stappen voorwaarts drie stappen terug.
Soms is het echt niet verwonderlijk dat het ginds niet vooruit gaat.
Het komt...het komt...
Het
stuk grond waar we willen gaan starten met het project, bevindt zich
vlak voor het dorpje Kassel. We zijn in April 2014 al gaan praten met
de bevolking van Kassel of we de grond konden kopen van deze mensen?
Dat vonden ze goed. Toen we terug in België waren hebben ze via
email een acte de vente (een verkoopakte) opgestuurd en we hebben dat
netjes ingevuld en nog wat vragen gesteld?
Later
bleek dat ze die grond helemaal niet kunnen verkopen, want het is
grond van de staat Senegal. “Maar”, zeiden ze, “kom maar gewoon
naar hier dan lossen we dat wel op en dan kun je beginnen met het
project en dan verdienen wij alvast geld.”
“Nee”,
zei Rafael, “ik begin niet zonder de juiste papieren.”
We
regelen ondertussen wel alles voor onze verhuis naar Afrika. Er zijn
al spullen onderweg met de boot en half september gaan wij met het
vliegtuig ook die kant op.
In
juli is er via Skype nog gevraagd of Rafael toch zeker wel zou komen
om zijn project te doen bij de mensen van Kassel en Kafountine.
In
september maken we de grote oversteek, we gaan in Afrika wonen en
gaan daar een project starten om de mensen vooruit te helpen.
We
zijn al een paar weken ter plekke en we hebben verschillende
ontmoetingen gehad bij de burgemeester en de gemeenteraad. Iedereen
is er klaar voor, behalve de papieren. Wij maken van al onze papieren
kopieën en het dossier langs onze kant is volledig. De burgemeester
heeft alle papieren van ons. Het is wachten op de papieren van
Senegal om het project te kunnen starten.
Ze
zeggen telkens: “Begin alvast maar te graven, de papieren komen
wel.”
Maar
Rafael wil nog niet graven en mensen betalen, zonder officiële
toestemming.
Half
december staat een trip naar Europa op onze planning en de gemeente
belooft dat de papieren voor ons vertrek in orde gemaakt zullen
worden. De carte résident (verblijfsvergunning) en de papieren dat
het stuk land in bezit zal zijn van Rafael.
Ons
vertrek naar Europa nadert en we vragen nog een keer hoe het zit met
de papieren?
“Het
komt...het komt...”
Niet
dus.
We
vertrekken naar België en zij beloven dat de papieren bij onze
terugkeer klaar zullen zijn. Dan hebben ze de tijd om er nog eens
over te praten en ook om de juiste kanalen te volgen, die nodig zijn
voor zo een project. Als we begin februari terug zijn, liggen de
papieren niet klaar.
Maar:
“Het komt...het komt...”
De
mensen van Kassel zitten te wachten, net als wij, om aan het werk te
kunnen. Waarom duurt het zo lang? We zijn al een aantal maanden
verder en er zijn nog steeds geen papieren. Wij zeggen tegen de
mensen van Kassel, dat ze naar de burgemeester moeten gaan en zelf
moeten vragen wanneer het project van start kan gaan. We vertellen
daarbij dat als ze met het hele dorp gaan, dat het meer effect heeft.
Maar nee, dan moeten ze te ver lopen. Het is een kleine acht
kilometer. Wij zeggen dat als ze werkelijk willen dat het project er
komt, er wel iets gedaan moet worden. Een wandeling van acht
kilometer is wel het minste dat ze kunnen doen. Wij zijn 6000
kilometer verhuisd om het project te kunnen starten. Zij hoeven maar
acht kilometer. Er zullen toch papieren geregeld moeten worden.
De
chief van Kassel, Pierre, gaat wel naar de burgemeester. Hij komt
eerst nog een keer langs ons huis om er over te praten. Bij dat
gesprek zeggen we: “Als jij de papieren kan regelen dan vieren we
een feestje.”
“Ja,
met een bak Gazelle.” zegt hij.
Natuurlijk
met bier, maar wij vinden Gazelle-bier niet het lekkerst. Maar als
Pierre het voor elkaar krijgt, zullen we voor hem wel Gazelle in huis
halen.
Hij
zegt als hij vertrekt: “Het komt...het komt...”
Pierre,
chief van Kassel, komen we de dagen daarna overal tegen in
Kafountine. Telkens komt hij er dan bij zitten en vraagt ook om bier.
Gazelle. We noemen hem vanaf dan: Pierre Gazelle in plaats van Pierre
de Kassel. Het klinkt praktisch hetzelfde.
Rafael
is uitgenodigd om voor zijn werk naar Saoedi-Arabië te gaan, eind
maart. Hij regelt alles voor zijn vertrek. De mensen in Kafountine en
Kassel schrikken wakker. Hoe zit het dan met het project? Je kunt
toch niet zomaar weg gaan.
“Welk
project? Er zijn nog steeds geen papieren”, zegt Rafael.
Pierre
is bij de burgemeester geweest en die komt naar Kassel om nog een
keer over het project te praten. Wij zijn niet uitgenodigd maar,
rebels als we zijn, zorgen we dat we die dag toevallig net op die
tijd in Kassel zijn. Het is de zondag, net voor Rafael zijn vertrek.
Zondagmiddag,
22 maart, om vijf uur zijn we in Kassel. De hele gemeenteraad is er
ook. Meneer Richard zegt dat wij erbij mogen komen zitten. Dat is
aardig. De grootste stoel wordt neergezet voor de burgemeester. Hij
gaat zitten. De mensen mogen een voor een hun verhaal doen. In het
Afrikaans, waar wij niets van kunnen volgen, vertellen eerst de
mannen en daarna de vrouwen wat ze willen. Daarna praten om de beurt
enkele mensen van de gemeenteraad. De burgemeester doet ook zijn
verhaal, dan gaat hij in het Frans verder en vraagt hij wat Rafael
gaat doen met het beschermde Mangrove? Want op het stuk grond ligt
ook een groot deel Mangrove. Rafael legt uit dat hij de zoute grond
vruchtbaar komt maken en groen gaat planten. Het deel dat dus nu al
groen ziet, gaat hij niet eerst kappen, om daarna terug te beplanten.
Van de Mangrove blijft hij af. De mensen uit het dorp zuchten.
Volgens ons heeft de burgemeester gezegd dat Rafael niet zo een goed
mens is. Dat hij het beschermde Mangrove weg wil kappen. Dat is dan
nu van de baan. Er zijn geen excuses meer om het project niet toe te
staan. Het is niet meer nodig om tijd te rekken. Kunnen we dan
eindelijk beginnen?
Dan
is meneer Richard aan de beurt om nog wat te vertellen. Hij werkt bij
de gemeente en heeft ons in het begin netjes geholpen. Hij legt uit
dat het de schuld is van Rafael, (ja, je leest het goed), het is de
schuld van Rafael dat alles zolang duurt. Want, zo is de uitleg,
Rafael heeft iets moeilijks gevraagd of geschreven in zijn papieren
en dat snappen ze niet. Ze willen eerst nog tijd nemen om dat uit te
zoeken.
De
papieren die ze dus al vanaf november hebben, daar moeten ze iets
over vragen aan Rafael, in de maand maart? Wij begrijpen er niets
van. Rafael geeft een weerwoord in het Frans voor de mensen van
Kassel. Hij zegt dat het absoluut niet zijn schuld is en dat de
gemeente het niet op hem hoeft te schuiven, dat zij het al zolang
rekken. Ze hebben de papieren over het project al vijf maanden en nu
is het toch echt tijd voor actie, anders gaat er weer een
regenseizoen verloren.
De
burgemeester belooft dan, dat hij maandag de papieren zal tekenen.
Dat wil dus zeggen, morgen maandag, 23 maart 2015. De dag dat Rafael
het vliegtuig naar Saoedi-Arabië pakt. De vraag is even hoe ze dan
gaan starten, maar al gauw wordt er gezegd dat Ilonka dan wel kan
beginnen met de mannen. We lachen er eens mee. Eerst maar kijken of
de burgemeester nu wel de papieren tekent?
Na
twee weken komt Rafael terug naar Senegal. De papieren liggen nog
steeds niet klaar.
Maar:
“Het komt...het komt...”
Hij
is al een week thuis en er komt nog steeds geen nieuws. We gaan eten
in Kafountine, het is zaterdag, drie weken na de belofte van de
burgemeester dat hij zou gaan tekenen. Toeval wil dat de burgemeester
in hetzelfde restaurant komt eten. Rafael schudt hem de hand en
vraagt hoe het staat met de papieren?
“Maandag.”
belooft de burgemeester. Alweer!
“Oké,
dan kom ik maandag naar het gemeentehuis om tien uur.” zegt Rafael.
“Elf
uur is beter.” zegt de burgemeester.
Er
zit alweer een beetje speling op. Maandagochtend gaan we samen met
Kimbra, uit Kassel, naar de burgemeester. Hij is een vriend van de
burgemeester, maar ook een belangrijk spilfiguur uit Kassel. We
moeten wachten en wachten. We gaan koffie drinken naast het
gemeentehuis. Rafael gaat nog eens kijken of we binnen mogen. Ja, het
mag. Er schiet nog iemand voor onze neus binnen en we moeten nog even
wachten...tja, dat kan er nog net bij.
Als
we uiteindelijk binnen mogen bij de burgemeester blijkt dat er geen
papieren zijn. Hij kan het niet meer vinden, want ze zijn aan het
verbouwen. Rafael heeft in februari de papieren al gezien. In het
noodgebouw, waar het gemeentehuis nu tijdelijk gevestigd is, heeft
Ibrahima hem de papieren al laten lezen. Ibrahima is de man die voor
de staat Senegal, mensen met projecten begeleid. Hij weet welke weg
te volgen en welke papieren we allemaal wettelijk moeten hebben.
Rafael zegt tegen de burgemeester dat ze dan eventueel maar nieuwe
papieren moeten typen. De secretaresse van de burgemeester zal dat
doen. We blijven bij de burgemeester binnen en wachten op haar. Dan
komt ze zeggen dat ze de sleutel van het machine niet kan vinden.
Rafael heeft er schoon genoeg van. Hij staat op en zegt dat we over
een uur terugkomen.
“Wij
gaan nu eten en jullie zorgen dat het papier over een uur klaar is.”
De
burgemeester zegt dat zij ook willen gaan eten, maar Rafael zegt dat
vijf lijntjes typen geen uur in beslag neemt en dat het dan etenstijd
is voor hen.
We
gaan met Kimbra eten. Rafael keert na een uur terug naar het
gemeentehuis, we hebben een beetje haast. We hebben namelijk die
middag ook nog een afspraak met Emanuel om te gaan vissen. Na dik een
kwartier komt hij terug...met papier. Hij vertelt dat hij nog wel
heeft moeten grommen en dat ze nog steeds hem beschuldigden dat alles
zo lang duurde. Hij is furieus, maar toch blij dat hij eindelijk van
start kan gaan met het project en met de mannen van Kassel.
Later
in die week, op donderdag, komt Pierre Gazelle bij ons huis langs. We
hebben altijd de poort op slot. Hij staat met zijn brommer voor de
poort hard te toeteren. Hij roept naar Rafael, die vanachter het huis
naar de poort loopt: “Zeg, hé, ik sta hier wel te toeteren! Doe
eens open!”
“Ik
kom er toch aan.” zegt Rafael.
Pierre
komt op ons terrasje zitten. Hij klaagt waarom hij er niet van op de
hoogte is dat wij het papier al hebben? Waarom hebben wij niet
gebeld? En veel belangrijker natuurlijk: waar is de bak bier?
“Wij
hebben toch afgesproken dat ik een bak bier krijg!” zegt Pierre.
Rafael
zegt: “Wie heeft de papieren geregeld? Wie is er bij de
burgemeester geweest? Wanneer ben ik vertrokken en wat heeft de
burgemeester aan de bevolking van Kassel beloofd?”
Hij
antwoordt zelf erachteraan: “Ik heb alles geregeld, ik ben bij de
burgemeester geweest en ik heb het papier geregeld. Ik heb dus die
bak bier verdiend.”
Pierre
stribbelt tegen. Hij is toch de chief van Kassel. Hij is toch een
keer bij de burgemeester geweest. Wel op de vrijdag voor het vertrek
van Rafael naar Saoedi-Arabië en we zijn ondertussen wel drie weken
verder, na de belofte van de burgemeester. Pierre roept naar mij om
te helpen: “De afspraak was toch dat ik een bak bier kreeg?”
“Nee,
die heeft Rafael verdiend. Die heeft al het werk gedaan.” zeg ik.
“Maar
ik ben de chief van Kassel.” probeert hij nog...dan zeurt hij er
niet meer over.
Hij
probeert wat anders. Hij zegt dat Rafael hem 100.000 Cfa moet
betalen. En de reden waarom is heel simpel. Hij is de chief van
Kassel, daarom!
“Alleen,
als jij ook bij mij komt werken net zoals de andere mensen uit jouw
dorp, betaal ik je.” zegt Rafael.
“Dan
kom ik kijken met mijn chief-jasje aan,” zegt Pierre, “en dan mag
je mij daarvoor betalen.”
We
grinniken, maar hij is heel serieus. Hij heeft een jasje en als hij
dat aan heeft weet iedereen dat hij de chief is.
Hij
kijkt eens rond in onze tuin, dan ziet hij het ligbedje van Rafael.
Het is een klein, oud veldbed waar Rafael 's middags tijdens de hitte
op ligt te rusten.
“Geef
dat aan mij.” zegt Pierre.
Rafael
vraagt waar hij dan op moet liggen. Dat is niet belangrijk, wij
hebben toch genoeg en het is een mooi cadeau voor de chief van
Kassel, vindt Pierre. Maar we geven hem dus niets.
Na
twee weken komt Pierre weer een keer langs. De werken aan de dijk
zijn ondertussen begonnen en een aantal mensen uit Kassel heeft al
geld verdiend. De burgemeester heeft helaas gebeld dat we de papieren
terug in moeten leveren. Pierre geeft het advies dat we niet te
moeilijk moeten doen. Hij vindt het ook niet leuk dat we nu moeten
stoppen. Hij gaat er alles aan doen om de papieren zo snel mogelijk
in orde te krijgen.
Maar,
hij heeft nog een ander probleem. Toen hij kwam kijken bij het graven
va de dijk, zijn de wielen van zijn brommer vuil geworden. Wij worden
vriendelijk verzocht om hem nu geld te geven, dan kan hij ze laten
wassen. Het toeval wil dat Emanuel die ochtend bij ons langs is
geweest om zijn fiets te wassen. Hij heeft wat water uit de put
gehaald en zijn fiets afgespoeld. De klei van de weg naar Kassel is
nogal hardnekkig en plakkerig. Ik heb mijn fiets er naast gezet en
die is ook van alle klei ontdaan. We zeggen tegen Pierre dat hij
hetzelfde kan doen, maar aangezien hij chief is weigert hij dat
voorstel. Hij wil geld.
Dan
vragen we hoe het zit met de papieren en met de burgemeester?
Hij
zegt: “Het komt...het komt...”
Het
blijft een hele tijd stil rond de papieren. Tot op een dag hard
getoeter voor de poort onze aandacht trekt. Je kunt wel raden wie het
is. Pierre komt langs. Hij heeft in Kafountine al tegen Rafael gezegd
dat hij snel zou komen. Hij heeft namelijk geregeld dat hij op de
radio komt. Hij zit op ons terras en vertelt dat we naar de radio
moeten luisteren.
“Jullie
hebben toch wel een radio?” vraagt hij bezorgd, “tja, anders
kunnen jullie niet luisteren en dat is een probleem. Je mag ook in
het schooltje van Kassel komen luisteren.”
Het
is heel belangrijk voor hem, dat is duidelijk.
Ik
haal onze radio en we vragen op welke frequentie Radio Kafountine
zit. Dat weet hij niet. Hij heeft enkel een telefoonnummer van de
radio. Dat nummer moeten we dan maar bellen. En hij wil naderhand de
radio van ons hebben...kopen is ook goed. Voor 10.000 Cfa, ongeveer
17 euro, moet ik de radio aan hem verkopen. Ja, ik moet!
Als
ik vraag hoe wij dan verder aan een radio moeten komen, zegt hij heel
simpel: “Die neem je dan volgende keer eentje mee, als je van
Europa komt.”
Aan
het eind van de dag, om half vijf begint het interview met Pierre op
Radio Kafountine. We krijgen geen contact met het telefoonnummer dat
hij ons gegeven heeft. Ik blijf dus maar aan de frequentieknop
draaien tot ik zijn stem hoor. Pierre vertelt over alle problemen van
zijn dorp. Slecht drinkwater, slechte weg, lantaarnpalen op
zonne-energie, maar zonder bedrading. Over zijn bijna dagelijkse
bezoeken aan de burgemeester, over de overheid die ook al niets
regelt voor zijn dorp, etc., etc...
De
reporter vraagt of er nog projecten op til zijn? Ze wil duidelijk
naar het project van Rafael, maar Pierre gaat er niet op in. Kassel
heeft vele problemen, er is geen opvang voor zieke mensen, geen
medisch centrum. Kassel telt ongeveer 220 inwoners. Wij begrijpen dat
er niet in elk dorp een medisch centrum gevestigd kan worden. Pierre
vindt dat de overheid dat ook moet regelen voor zijn Kassel.
De
reporter vraagt nog een keer naar andere projecten. Dan schiet Pierre
wakker. Ja, er is hier een project van Rafael. Hij gaat de grond
verbeteren en terug vruchtbaar maken, maar Pierre weet niet hoe
Rafael dat allemaal gaat doen. Er is te weinig water in Kassel.
Ik
zeg tegen Rafael dat het nu het moment is om te bellen naar de radio.
Er wordt met regelmaat gebeld door luisteraars (de zoon en vrouw van
Pierre hebben ook al gebeld). Rafael komt rechtstreeks in de
uitzending. De reporter en Pierre zijn blij verrast. Rafael legt
zoveel mogelijk uit. Het is niet simpel, want hij kan de reporter
bijna niet verstaan. De radio moet voor de vragen iets harder, maar
het piept en de reporter vraagt of wij de radio zachter kunnen
zetten. Na een minuut of tien zijn ze al wat wijzer en hangt Rafael
op. Hij heeft nog werk in de tuin. Ik blijf nog even luisteren. Om
half zeven stopt het interview met Pierre. Hij heeft twee uur zitten
babbelen op de radio.
Om
zeven uur is hij weer bij ons huis. Hij bedankt Rafael voor het
bellen en voor de uitleg. Hij neemt van ons een grote, verse maïskolf
mee en zegt dat hij later terug komt om de radio te kopen. Ik zeg dat
die niet te koop is.
Bij
de gemeente zijn ze ook wakker geworden door het interview. Links en
rechts krijgen we heel leuke reacties van inwoners van Kafountine. Er
luisteren toch wel meer mensen naar Radio Kafountine als wij denken.
We zitten op het terras bij Dembo. We hebben wat meer maïskolven bij
ons. Een groepje jongelui komt voorbij, ze hebben T-shirts aan van de
radio. Het zijn medewerkers van Radio Kafountine. Een jonge vrouw
springt plots op het terras en neemt een kolf vast.
"Wauw,
zo groot en vol met maïs. En dat aan het eind van het droog seizoen.
Van wie is deze maïs?” wil ze weten.
Dembo
wijst naar Rafael, ze schudt hem de hand om hem te feliciteren met zo
een mooie maïskolven. Als Dembo dan zijn naam zegt, is de dame
helemaal blij. Zij was de reporter die met Pierre het interview had.
Ze gaat zitten en roept er een jongeman bij. Hij is de directeur van
de radio. Ze willen van alles weten en zeggen dat de burgemeester ook
een gesprek op de radio wil. Hij is blijkbaar een beetje ongerust na
het interview. Het papier moet snel geregeld worden. We lachen er
eens mee.
En
natuurlijk volgt de tekst: “Het komt...het komt...”
Rafael
maakt een afspraak om later in de week bij de radio langs te gaan.
Dan zijn ze net zo snel weer weg, als ze gekomen zijn.
Na
een paar dagen komt hij terug van zijn afspraak met de radio. Er is
beter nieuws, de nationale radio wil ook een interview met Rafael en
de inwoners van Kassel. Over het project, niet over de andere
problemen van Kassel. Wel over de legale papieren die nodig zijn van
de overheid.
Op
zaterdag 20 juni, zitten de mannen van Kassel te wachten naast de
dijk, in de schaduw van de bomen. We hebben ze opgetrommeld om ook
hun zegje te komen doen voor de radio. Pierre heeft de reporter in
Kafountine opgehaald. Rafael laat ook aan hem de maïs zien en
vertelt over al zijn plannen met de grond. Dan volgen er een aantal
gesprekjes, eerst een interview met Rafael, dan met Bouba, Thomas en
Pierre. De reporter neemt alles op. Hij zegt dat het nog bewerkt
wordt en vrijdag 26 juni zal het 's avonds op de radio komen. Die dag
vertrekken wij weer naar Europa om bij onze kinderen te zijn in de
grote vakantie. Wij zullen het dus niet horen.
Op
dinsdag horen we dat de burgemeester de gemeenteraad bij elkaar heeft
geroepen om op vrijdag 26 juni te praten en te stemmen of het project
goedgekeurd zal worden of niet. Als de meerderheid van de 48 personen
van de conseil municipal voor stemt, dan gaat het hele voorstel naar
de Sous Prefect en die zal dan nog zijn goedkeuring moeten geven.
Daarna zullen de papieren in orde zijn.
Als
Rafael naar de burgemeester gaat om te vragen hoe lang het dan
allemaal nog duurt, zegt deze dat Rafael het diner voor de 48
personen moet betalen. Omdat Rafael zogezegd haast heeft om het nu
geregeld te krijgen, voor zijn vakantie.
Begrijpen
wie begrijpen kan?
De
reporter van de nationale radio zegt tegen ons dat hij vrijdag laat
weten wat de stemming is geworden. Hij wil verslag gaan doen, vrijdag
in het gemeentehuis. En dan weten we voor ons vertrek hoe het zit.
Die vrijdag gaat voorbij zonder telefoontje. Ansumana, onze
taxichauffeur haalt ons om vier uur op. Rafael belt vanuit de taxi
met de reporter. Hij is niet naar de stemming geweest, maar het
komt...het komt...
We
zijn al vier dagen in Europa, onze overbuurman belt. Hij heeft
gehoord dat de papieren naar zijn goede vriend de Sous Prefect zijn
verstuurd. Wat nu precies de stemming was, weet hij niet. Maar als de
papieren naar de Sous Prefect zijn gestuurd zal het wel positief
zijn, anders hoeft hij er geen goedkeuring aan te geven. We wachten
wel af, eerst lekker genieten met onze kinderen. Onze gedachtegang is
tegenwoordig ook: HET KOMT...HET KOMT...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten