maandag 22 juli 2019

Waargebeurd verhaal


Nog maar eens eentje uit mijn vierde boek: Twee stappen voorwaarts drie stappen terug.

Soms is het echt niet verwonderlijk dat het ginds niet vooruit gaat.

Het komt...het komt...

Het stuk grond waar we willen gaan starten met het project, bevindt zich vlak voor het dorpje Kassel. We zijn in April 2014 al gaan praten met de bevolking van Kassel of we de grond konden kopen van deze mensen? Dat vonden ze goed. Toen we terug in België waren hebben ze via email een acte de vente (een verkoopakte) opgestuurd en we hebben dat netjes ingevuld en nog wat vragen gesteld?
Later bleek dat ze die grond helemaal niet kunnen verkopen, want het is grond van de staat Senegal. “Maar”, zeiden ze, “kom maar gewoon naar hier dan lossen we dat wel op en dan kun je beginnen met het project en dan verdienen wij alvast geld.”
Nee”, zei Rafael, “ik begin niet zonder de juiste papieren.”

We regelen ondertussen wel alles voor onze verhuis naar Afrika. Er zijn al spullen onderweg met de boot en half september gaan wij met het vliegtuig ook die kant op.
In juli is er via Skype nog gevraagd of Rafael toch zeker wel zou komen om zijn project te doen bij de mensen van Kassel en Kafountine.

In september maken we de grote oversteek, we gaan in Afrika wonen en gaan daar een project starten om de mensen vooruit te helpen.
We zijn al een paar weken ter plekke en we hebben verschillende ontmoetingen gehad bij de burgemeester en de gemeenteraad. Iedereen is er klaar voor, behalve de papieren. Wij maken van al onze papieren kopieën en het dossier langs onze kant is volledig. De burgemeester heeft alle papieren van ons. Het is wachten op de papieren van Senegal om het project te kunnen starten.
Ze zeggen telkens: “Begin alvast maar te graven, de papieren komen wel.”
Maar Rafael wil nog niet graven en mensen betalen, zonder officiële toestemming.
Half december staat een trip naar Europa op onze planning en de gemeente belooft dat de papieren voor ons vertrek in orde gemaakt zullen worden. De carte résident (verblijfsvergunning) en de papieren dat het stuk land in bezit zal zijn van Rafael.
Ons vertrek naar Europa nadert en we vragen nog een keer hoe het zit met de papieren?
Het komt...het komt...”

Niet dus.
We vertrekken naar België en zij beloven dat de papieren bij onze terugkeer klaar zullen zijn. Dan hebben ze de tijd om er nog eens over te praten en ook om de juiste kanalen te volgen, die nodig zijn voor zo een project. Als we begin februari terug zijn, liggen de papieren niet klaar.
Maar: “Het komt...het komt...”

De mensen van Kassel zitten te wachten, net als wij, om aan het werk te kunnen. Waarom duurt het zo lang? We zijn al een aantal maanden verder en er zijn nog steeds geen papieren. Wij zeggen tegen de mensen van Kassel, dat ze naar de burgemeester moeten gaan en zelf moeten vragen wanneer het project van start kan gaan. We vertellen daarbij dat als ze met het hele dorp gaan, dat het meer effect heeft. Maar nee, dan moeten ze te ver lopen. Het is een kleine acht kilometer. Wij zeggen dat als ze werkelijk willen dat het project er komt, er wel iets gedaan moet worden. Een wandeling van acht kilometer is wel het minste dat ze kunnen doen. Wij zijn 6000 kilometer verhuisd om het project te kunnen starten. Zij hoeven maar acht kilometer. Er zullen toch papieren geregeld moeten worden.
De chief van Kassel, Pierre, gaat wel naar de burgemeester. Hij komt eerst nog een keer langs ons huis om er over te praten. Bij dat gesprek zeggen we: “Als jij de papieren kan regelen dan vieren we een feestje.”
Ja, met een bak Gazelle.” zegt hij.
Natuurlijk met bier, maar wij vinden Gazelle-bier niet het lekkerst. Maar als Pierre het voor elkaar krijgt, zullen we voor hem wel Gazelle in huis halen.
Hij zegt als hij vertrekt: “Het komt...het komt...”

Pierre, chief van Kassel, komen we de dagen daarna overal tegen in Kafountine. Telkens komt hij er dan bij zitten en vraagt ook om bier. Gazelle. We noemen hem vanaf dan: Pierre Gazelle in plaats van Pierre de Kassel. Het klinkt praktisch hetzelfde.

Rafael is uitgenodigd om voor zijn werk naar Saoedi-Arabië te gaan, eind maart. Hij regelt alles voor zijn vertrek. De mensen in Kafountine en Kassel schrikken wakker. Hoe zit het dan met het project? Je kunt toch niet zomaar weg gaan.
Welk project? Er zijn nog steeds geen papieren”, zegt Rafael.
Pierre is bij de burgemeester geweest en die komt naar Kassel om nog een keer over het project te praten. Wij zijn niet uitgenodigd maar, rebels als we zijn, zorgen we dat we die dag toevallig net op die tijd in Kassel zijn. Het is de zondag, net voor Rafael zijn vertrek.

Zondagmiddag, 22 maart, om vijf uur zijn we in Kassel. De hele gemeenteraad is er ook. Meneer Richard zegt dat wij erbij mogen komen zitten. Dat is aardig. De grootste stoel wordt neergezet voor de burgemeester. Hij gaat zitten. De mensen mogen een voor een hun verhaal doen. In het Afrikaans, waar wij niets van kunnen volgen, vertellen eerst de mannen en daarna de vrouwen wat ze willen. Daarna praten om de beurt enkele mensen van de gemeenteraad. De burgemeester doet ook zijn verhaal, dan gaat hij in het Frans verder en vraagt hij wat Rafael gaat doen met het beschermde Mangrove? Want op het stuk grond ligt ook een groot deel Mangrove. Rafael legt uit dat hij de zoute grond vruchtbaar komt maken en groen gaat planten. Het deel dat dus nu al groen ziet, gaat hij niet eerst kappen, om daarna terug te beplanten. Van de Mangrove blijft hij af. De mensen uit het dorp zuchten. Volgens ons heeft de burgemeester gezegd dat Rafael niet zo een goed mens is. Dat hij het beschermde Mangrove weg wil kappen. Dat is dan nu van de baan. Er zijn geen excuses meer om het project niet toe te staan. Het is niet meer nodig om tijd te rekken. Kunnen we dan eindelijk beginnen?
Dan is meneer Richard aan de beurt om nog wat te vertellen. Hij werkt bij de gemeente en heeft ons in het begin netjes geholpen. Hij legt uit dat het de schuld is van Rafael, (ja, je leest het goed), het is de schuld van Rafael dat alles zolang duurt. Want, zo is de uitleg, Rafael heeft iets moeilijks gevraagd of geschreven in zijn papieren en dat snappen ze niet. Ze willen eerst nog tijd nemen om dat uit te zoeken.

De papieren die ze dus al vanaf november hebben, daar moeten ze iets over vragen aan Rafael, in de maand maart? Wij begrijpen er niets van. Rafael geeft een weerwoord in het Frans voor de mensen van Kassel. Hij zegt dat het absoluut niet zijn schuld is en dat de gemeente het niet op hem hoeft te schuiven, dat zij het al zolang rekken. Ze hebben de papieren over het project al vijf maanden en nu is het toch echt tijd voor actie, anders gaat er weer een regenseizoen verloren.
De burgemeester belooft dan, dat hij maandag de papieren zal tekenen. Dat wil dus zeggen, morgen maandag, 23 maart 2015. De dag dat Rafael het vliegtuig naar Saoedi-Arabië pakt. De vraag is even hoe ze dan gaan starten, maar al gauw wordt er gezegd dat Ilonka dan wel kan beginnen met de mannen. We lachen er eens mee. Eerst maar kijken of de burgemeester nu wel de papieren tekent?
Na twee weken komt Rafael terug naar Senegal. De papieren liggen nog steeds niet klaar.
Maar: “Het komt...het komt...”

Hij is al een week thuis en er komt nog steeds geen nieuws. We gaan eten in Kafountine, het is zaterdag, drie weken na de belofte van de burgemeester dat hij zou gaan tekenen. Toeval wil dat de burgemeester in hetzelfde restaurant komt eten. Rafael schudt hem de hand en vraagt hoe het staat met de papieren?
Maandag.” belooft de burgemeester. Alweer!
Oké, dan kom ik maandag naar het gemeentehuis om tien uur.” zegt Rafael.
Elf uur is beter.” zegt de burgemeester.
Er zit alweer een beetje speling op. Maandagochtend gaan we samen met Kimbra, uit Kassel, naar de burgemeester. Hij is een vriend van de burgemeester, maar ook een belangrijk spilfiguur uit Kassel. We moeten wachten en wachten. We gaan koffie drinken naast het gemeentehuis. Rafael gaat nog eens kijken of we binnen mogen. Ja, het mag. Er schiet nog iemand voor onze neus binnen en we moeten nog even wachten...tja, dat kan er nog net bij.
Als we uiteindelijk binnen mogen bij de burgemeester blijkt dat er geen papieren zijn. Hij kan het niet meer vinden, want ze zijn aan het verbouwen. Rafael heeft in februari de papieren al gezien. In het noodgebouw, waar het gemeentehuis nu tijdelijk gevestigd is, heeft Ibrahima hem de papieren al laten lezen. Ibrahima is de man die voor de staat Senegal, mensen met projecten begeleid. Hij weet welke weg te volgen en welke papieren we allemaal wettelijk moeten hebben. Rafael zegt tegen de burgemeester dat ze dan eventueel maar nieuwe papieren moeten typen. De secretaresse van de burgemeester zal dat doen. We blijven bij de burgemeester binnen en wachten op haar. Dan komt ze zeggen dat ze de sleutel van het machine niet kan vinden. Rafael heeft er schoon genoeg van. Hij staat op en zegt dat we over een uur terugkomen.
Wij gaan nu eten en jullie zorgen dat het papier over een uur klaar is.”
De burgemeester zegt dat zij ook willen gaan eten, maar Rafael zegt dat vijf lijntjes typen geen uur in beslag neemt en dat het dan etenstijd is voor hen.

We gaan met Kimbra eten. Rafael keert na een uur terug naar het gemeentehuis, we hebben een beetje haast. We hebben namelijk die middag ook nog een afspraak met Emanuel om te gaan vissen. Na dik een kwartier komt hij terug...met papier. Hij vertelt dat hij nog wel heeft moeten grommen en dat ze nog steeds hem beschuldigden dat alles zo lang duurde. Hij is furieus, maar toch blij dat hij eindelijk van start kan gaan met het project en met de mannen van Kassel.

Later in die week, op donderdag, komt Pierre Gazelle bij ons huis langs. We hebben altijd de poort op slot. Hij staat met zijn brommer voor de poort hard te toeteren. Hij roept naar Rafael, die vanachter het huis naar de poort loopt: “Zeg, hé, ik sta hier wel te toeteren! Doe eens open!”
Ik kom er toch aan.” zegt Rafael.
Pierre komt op ons terrasje zitten. Hij klaagt waarom hij er niet van op de hoogte is dat wij het papier al hebben? Waarom hebben wij niet gebeld? En veel belangrijker natuurlijk: waar is de bak bier?
Wij hebben toch afgesproken dat ik een bak bier krijg!” zegt Pierre.

Rafael zegt: “Wie heeft de papieren geregeld? Wie is er bij de burgemeester geweest? Wanneer ben ik vertrokken en wat heeft de burgemeester aan de bevolking van Kassel beloofd?”
Hij antwoordt zelf erachteraan: “Ik heb alles geregeld, ik ben bij de burgemeester geweest en ik heb het papier geregeld. Ik heb dus die bak bier verdiend.”
Pierre stribbelt tegen. Hij is toch de chief van Kassel. Hij is toch een keer bij de burgemeester geweest. Wel op de vrijdag voor het vertrek van Rafael naar Saoedi-Arabië en we zijn ondertussen wel drie weken verder, na de belofte van de burgemeester. Pierre roept naar mij om te helpen: “De afspraak was toch dat ik een bak bier kreeg?”
Nee, die heeft Rafael verdiend. Die heeft al het werk gedaan.” zeg ik.
Maar ik ben de chief van Kassel.” probeert hij nog...dan zeurt hij er niet meer over.

Hij probeert wat anders. Hij zegt dat Rafael hem 100.000 Cfa moet betalen. En de reden waarom is heel simpel. Hij is de chief van Kassel, daarom!
Alleen, als jij ook bij mij komt werken net zoals de andere mensen uit jouw dorp, betaal ik je.” zegt Rafael.
Dan kom ik kijken met mijn chief-jasje aan,” zegt Pierre, “en dan mag je mij daarvoor betalen.”
We grinniken, maar hij is heel serieus. Hij heeft een jasje en als hij dat aan heeft weet iedereen dat hij de chief is.
Hij kijkt eens rond in onze tuin, dan ziet hij het ligbedje van Rafael. Het is een klein, oud veldbed waar Rafael 's middags tijdens de hitte op ligt te rusten.
Geef dat aan mij.” zegt Pierre.
Rafael vraagt waar hij dan op moet liggen. Dat is niet belangrijk, wij hebben toch genoeg en het is een mooi cadeau voor de chief van Kassel, vindt Pierre. Maar we geven hem dus niets.

Na twee weken komt Pierre weer een keer langs. De werken aan de dijk zijn ondertussen begonnen en een aantal mensen uit Kassel heeft al geld verdiend. De burgemeester heeft helaas gebeld dat we de papieren terug in moeten leveren. Pierre geeft het advies dat we niet te moeilijk moeten doen. Hij vindt het ook niet leuk dat we nu moeten stoppen. Hij gaat er alles aan doen om de papieren zo snel mogelijk in orde te krijgen.
Maar, hij heeft nog een ander probleem. Toen hij kwam kijken bij het graven va de dijk, zijn de wielen van zijn brommer vuil geworden. Wij worden vriendelijk verzocht om hem nu geld te geven, dan kan hij ze laten wassen. Het toeval wil dat Emanuel die ochtend bij ons langs is geweest om zijn fiets te wassen. Hij heeft wat water uit de put gehaald en zijn fiets afgespoeld. De klei van de weg naar Kassel is nogal hardnekkig en plakkerig. Ik heb mijn fiets er naast gezet en die is ook van alle klei ontdaan. We zeggen tegen Pierre dat hij hetzelfde kan doen, maar aangezien hij chief is weigert hij dat voorstel. Hij wil geld.
Dan vragen we hoe het zit met de papieren en met de burgemeester?
Hij zegt: “Het komt...het komt...”

Het blijft een hele tijd stil rond de papieren. Tot op een dag hard getoeter voor de poort onze aandacht trekt. Je kunt wel raden wie het is. Pierre komt langs. Hij heeft in Kafountine al tegen Rafael gezegd dat hij snel zou komen. Hij heeft namelijk geregeld dat hij op de radio komt. Hij zit op ons terras en vertelt dat we naar de radio moeten luisteren.
Jullie hebben toch wel een radio?” vraagt hij bezorgd, “tja, anders kunnen jullie niet luisteren en dat is een probleem. Je mag ook in het schooltje van Kassel komen luisteren.”
Het is heel belangrijk voor hem, dat is duidelijk.
Ik haal onze radio en we vragen op welke frequentie Radio Kafountine zit. Dat weet hij niet. Hij heeft enkel een telefoonnummer van de radio. Dat nummer moeten we dan maar bellen. En hij wil naderhand de radio van ons hebben...kopen is ook goed. Voor 10.000 Cfa, ongeveer 17 euro, moet ik de radio aan hem verkopen. Ja, ik moet!
Als ik vraag hoe wij dan verder aan een radio moeten komen, zegt hij heel simpel: “Die neem je dan volgende keer eentje mee, als je van Europa komt.”
Aan het eind van de dag, om half vijf begint het interview met Pierre op Radio Kafountine. We krijgen geen contact met het telefoonnummer dat hij ons gegeven heeft. Ik blijf dus maar aan de frequentieknop draaien tot ik zijn stem hoor. Pierre vertelt over alle problemen van zijn dorp. Slecht drinkwater, slechte weg, lantaarnpalen op zonne-energie, maar zonder bedrading. Over zijn bijna dagelijkse bezoeken aan de burgemeester, over de overheid die ook al niets regelt voor zijn dorp, etc., etc...
De reporter vraagt of er nog projecten op til zijn? Ze wil duidelijk naar het project van Rafael, maar Pierre gaat er niet op in. Kassel heeft vele problemen, er is geen opvang voor zieke mensen, geen medisch centrum. Kassel telt ongeveer 220 inwoners. Wij begrijpen dat er niet in elk dorp een medisch centrum gevestigd kan worden. Pierre vindt dat de overheid dat ook moet regelen voor zijn Kassel.
De reporter vraagt nog een keer naar andere projecten. Dan schiet Pierre wakker. Ja, er is hier een project van Rafael. Hij gaat de grond verbeteren en terug vruchtbaar maken, maar Pierre weet niet hoe Rafael dat allemaal gaat doen. Er is te weinig water in Kassel.
Ik zeg tegen Rafael dat het nu het moment is om te bellen naar de radio. Er wordt met regelmaat gebeld door luisteraars (de zoon en vrouw van Pierre hebben ook al gebeld). Rafael komt rechtstreeks in de uitzending. De reporter en Pierre zijn blij verrast. Rafael legt zoveel mogelijk uit. Het is niet simpel, want hij kan de reporter bijna niet verstaan. De radio moet voor de vragen iets harder, maar het piept en de reporter vraagt of wij de radio zachter kunnen zetten. Na een minuut of tien zijn ze al wat wijzer en hangt Rafael op. Hij heeft nog werk in de tuin. Ik blijf nog even luisteren. Om half zeven stopt het interview met Pierre. Hij heeft twee uur zitten babbelen op de radio.
Om zeven uur is hij weer bij ons huis. Hij bedankt Rafael voor het bellen en voor de uitleg. Hij neemt van ons een grote, verse maïskolf mee en zegt dat hij later terug komt om de radio te kopen. Ik zeg dat die niet te koop is.

Bij de gemeente zijn ze ook wakker geworden door het interview. Links en rechts krijgen we heel leuke reacties van inwoners van Kafountine. Er luisteren toch wel meer mensen naar Radio Kafountine als wij denken. We zitten op het terras bij Dembo. We hebben wat meer maïskolven bij ons. Een groepje jongelui komt voorbij, ze hebben T-shirts aan van de radio. Het zijn medewerkers van Radio Kafountine. Een jonge vrouw springt plots op het terras en neemt een kolf vast.
"Wauw, zo groot en vol met maïs. En dat aan het eind van het droog seizoen. Van wie is deze maïs?” wil ze weten.
Dembo wijst naar Rafael, ze schudt hem de hand om hem te feliciteren met zo een mooie maïskolven. Als Dembo dan zijn naam zegt, is de dame helemaal blij. Zij was de reporter die met Pierre het interview had. Ze gaat zitten en roept er een jongeman bij. Hij is de directeur van de radio. Ze willen van alles weten en zeggen dat de burgemeester ook een gesprek op de radio wil. Hij is blijkbaar een beetje ongerust na het interview. Het papier moet snel geregeld worden. We lachen er eens mee.
En natuurlijk volgt de tekst: “Het komt...het komt...”

Rafael maakt een afspraak om later in de week bij de radio langs te gaan. Dan zijn ze net zo snel weer weg, als ze gekomen zijn.

Na een paar dagen komt hij terug van zijn afspraak met de radio. Er is beter nieuws, de nationale radio wil ook een interview met Rafael en de inwoners van Kassel. Over het project, niet over de andere problemen van Kassel. Wel over de legale papieren die nodig zijn van de overheid.
Op zaterdag 20 juni, zitten de mannen van Kassel te wachten naast de dijk, in de schaduw van de bomen. We hebben ze opgetrommeld om ook hun zegje te komen doen voor de radio. Pierre heeft de reporter in Kafountine opgehaald. Rafael laat ook aan hem de maïs zien en vertelt over al zijn plannen met de grond. Dan volgen er een aantal gesprekjes, eerst een interview met Rafael, dan met Bouba, Thomas en Pierre. De reporter neemt alles op. Hij zegt dat het nog bewerkt wordt en vrijdag 26 juni zal het 's avonds op de radio komen. Die dag vertrekken wij weer naar Europa om bij onze kinderen te zijn in de grote vakantie. Wij zullen het dus niet horen.
Op dinsdag horen we dat de burgemeester de gemeenteraad bij elkaar heeft geroepen om op vrijdag 26 juni te praten en te stemmen of het project goedgekeurd zal worden of niet. Als de meerderheid van de 48 personen van de conseil municipal voor stemt, dan gaat het hele voorstel naar de Sous Prefect en die zal dan nog zijn goedkeuring moeten geven. Daarna zullen de papieren in orde zijn.
Als Rafael naar de burgemeester gaat om te vragen hoe lang het dan allemaal nog duurt, zegt deze dat Rafael het diner voor de 48 personen moet betalen. Omdat Rafael zogezegd haast heeft om het nu geregeld te krijgen, voor zijn vakantie.
Begrijpen wie begrijpen kan?

De reporter van de nationale radio zegt tegen ons dat hij vrijdag laat weten wat de stemming is geworden. Hij wil verslag gaan doen, vrijdag in het gemeentehuis. En dan weten we voor ons vertrek hoe het zit. Die vrijdag gaat voorbij zonder telefoontje. Ansumana, onze taxichauffeur haalt ons om vier uur op. Rafael belt vanuit de taxi met de reporter. Hij is niet naar de stemming geweest, maar het komt...het komt...

We zijn al vier dagen in Europa, onze overbuurman belt. Hij heeft gehoord dat de papieren naar zijn goede vriend de Sous Prefect zijn verstuurd. Wat nu precies de stemming was, weet hij niet. Maar als de papieren naar de Sous Prefect zijn gestuurd zal het wel positief zijn, anders hoeft hij er geen goedkeuring aan te geven. We wachten wel af, eerst lekker genieten met onze kinderen. Onze gedachtegang is tegenwoordig ook: HET KOMT...HET KOMT...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten