17
Er
gaan verschillende dagen voorbij zonder complicaties. Leona gaat
werken in het bejaardentehuis. Als ze daar aan komt heeft ze het
gevoel dat iedereen naar haar kijkt. De mensen zijn stiller dan
andere dagen, haar collega's werken gehaast. Ze gaat bij Herman aan
tafel zitten met een kopje thee. Herman hapt van zijn koek en geeft
haar een knipoog als ze naast hem komt zitten.
'Wat
is er aan de hand? Iedereen doet een beetje vreemd.'
Herman
kijkt haar met grote ogen aan en vraagt of ze het nieuws nog niet
gehoord heeft. Elly is aangehouden, ze wordt verdacht van moord.
Leona kijkt verschrikt en vraagt Herman verder uit.
'Wat
voor moord? Wie is er vermoord en wanneer is dat gebeurd? En toch
niet lieve, brave Elly? Hoe komen ze daar nu bij?'
Herman
geniet van de aandacht en het feit dat hij nu eens een schokkend
verhaal op tafel kan leggen.
'Elly
had een vriendin en die vriendin ging lopen met een man hier uit het
dorp. Ene Mike, ik ken hem niet, hij is een nieuwe hier en ik ken
alleen maar oude mensen en jou natuurlijk.' Herman lacht, maar Leona
lacht niet mee. Ze spoort hem aan nog meer te vertellen en ze hangt
aan zijn lippen. Bij wijze van spreken dan, want Herman is niet echt
haar type.
'Elly
was voor de vrouwen,' gaat Herman verder. 'Wist je dat? Ik wist het
wel, want ze heeft me nooit zo vriendelijk behandeld als jij.' Hij
knijpt in haar knie en ze zucht.
'Vertel
me meer. Ik wil graag alle details,' fluistert ze in zijn oor.
Herman
gaat er eens goed voor zitten.
'De
vriendin van Elly had een man, die Mike dus, ontmoet en daar is ze
toen gaan eten. Toen is ze 's avonds dood neergevallen en ze hebben
een forensisch onderzoek gedaan. Ze was vergiftigd, maar niet door
het eten. Wel door medicijnen en die kwamen van hier. Knap hè, dat
ze dat kunnen uitzoeken zo?'
Leona
knikt, ze weet even niet wat ze moet zeggen. Misschien is het maar
beter als ze dadelijk stilletjes weer vertrekt. Ze mogen niet verder
zoeken of nadenken. Stel dat ze weten dat het in haar huis was, dan
zijn de poppen aan het dansen. Als Elly maar niet vertelt dat Leona
hier vrijwilligerswerk doet. Dan kunnen ze ook een link naar haar
leggen.
'Wil
je nog een kopje thee?' vraagt ze zeemzoet aan Herman. Ze staat al op
en loopt naar het keukentje, daar staat Betty, het afdelingshoofd. Ze
heeft rode ogen van een huilbui en ze kijkt dwars door Leona heen. Ze
moet iets zeggen, ze kan niet zomaar thee pakken en weer weg lopen.
Betty weet ook wel dat Herman net zijn verhaal heeft gedaan.
'Wat
erg van Elly, ik ben er stil van.' Meer zegt ze niet en ze draait
zich weer om met een kopje thee in haar hand.
Achter
haar begint Betty te snikken: 'Mijn beste verpleegster opgepakt voor
moord... dat kan toch niet waar zijn.'
Leona
zet het kopje op tafel en legt haar hand op die van Betty.
'Het
komt wel goed,' zegt ze en heel zacht erachter: 'denk ik...' Dan
staat ze weer op en gaat bij Herman zitten. Ze besluit toch tot vier
uur te blijven. Ze wil niet de aandacht op zichzelf vestigen door
vroeger dan normaal te vertrekken. Ze probeert zo vrolijk mogelijk te
zijn bij een kaartspelletje met Herman, Ida en Toos. Uiteindelijk is
Elly een beetje vergeten door de oudjes en Leona vertrekt naar huis.
Onderweg
draaien haar hersenen overuren. Dit had ze niet voorzien. De vreemde
schaduw bij Mike was al een beetje vergeten, maar nu denkt ze dat ze
misschien in de gaten gehouden wordt. Ze kijkt in de ramen of ze
iemand achter zich ziet lopen. Niets, ze draait zich om en steekt
over. Geen mens op straat, ze is helemaal alleen...en toch bekruipt
haar een akelig gevoel dat ze bekeken wordt. Snel boodschapjes doen
en naar huis.
Bij het koken denkt ze nog eens na over het verhaal van Herman. Hij zei niet waar de vrouw was doodgegaan, maar de politie zal het wel tegen Elly verteld hebben. Misschien hebben ze daar alleen de naam van Carl gebruikt of van de straat? En Elly weet niet waar Leona woont.
Misschien heeft ze mazzel?
Carl komt binnen en ze geeft hem een kus. Hij kijkt haar aan alsof ze iets vreemd gedaan heeft.
En ze beseft dat ze hem al dagen geen kus heeft gegeven. Doordat ze hem verdacht heeft dat hij bij Mike voor het raam stond, heeft ze hem een paar dagen op afstand gehouden. Maar Carl was helemaal niet bij Mike. Hij heeft zelf verteld dat hij enorme problemen heeft opgelost bij de transportband van het postkantoor in Malidijk. En aangezien hij die avond laat nogal bezweet thuis kwam, weet ze nu zeker dat het de waarheid is. Maar wie stond daar dan?
'Is er iets?' vraagt Carl.
'Elly van het bejaardentehuis is opgepakt voor de moord op de vriendin van Mike. Het was ook haar vriendin en ze heeft medicijnen gebruikt van de bejaarden.' Ze ratelt het aan een stuk eruit en gaat dan "zogenaamd" van slag aan tafel zitten.
Carl komt bij haar staan en legt zijn handen op die van haar.
'Had ze een vriendin? Ik snap het niet, wat deed ze dan met Mike?'
Leona haalt haar schouders op. Ze weet ook niet wat ze er van moet denken.
'Weet Mike dit ook al?' vraagt Carl dan.
Ze kijkt hem aan en zegt dat ze er de afgelopen dagen niet meer is geweest.
'Je zou toch goed voor hem zorgen? Ga dadelijk maar even, na het eten. Ik kan niet mee, anders konden we samen gaan.'
Stilletjes eten ze hun bord leeg. Allebei diep in gedachten. Leona bedenkt hoe ze dit bij Mike moet uitleggen. Zou hij het al gehoord hebben? Hij weet wel dat Leona daar ook werkt. Zou hij de link leggen? Hij weet dat ze alleen maar spelletjes doet, misschien kan ze niet aan medicatie komen? Weet hij veel...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten