Zoals
de meeste van mijn volgers weten heb ik last van chronische pijn. Ik
eet daar nu anders voor dan normaal, zie ook de verhalen hier in mijn
blog over de eerste dagen van dieet tegen chronische pijn. Het anders
eten levert nog niet veel op. Persoonlijk denk ik ook niet dat anders
eten mijn pijn gaat verlichten, maar dat weet je uiteindelijk pas als
je het werkelijk hebt geprobeerd. Ik geniet in elk geval van het eten
en de variatie, die ik overigens zelf zo groot kan maken als ik wil.
Gisteren had ik het met Arjen over zijn en mijn lievelingseten en ik
bedacht me dat er weinig is dat ik niet lust. Vroeger was dat wel
anders. Ik lustte niks, ik hield helemaal niet van eten en als mijn
moeder bloemkool of spruitjes klaar maakte zat ik al van tevoren te
kokhalzen. Laatst heb ik een zak spruiten gekocht en alleen maar
spruiten gegeten, zo de hele zak leeg. Ook champignons waren een
viezigheid, dat wil je niet weten. Nu eet ik die zelfs rauw. Ik ben
verzot op eten.
Waar
ik ook verzot op ben is dansen. Afgelopen weekend kwam er een zanger
in café Wilhelmina en we zijn daar natuurlijk even gaan luisteren.
Andy zong en bracht de sfeer er goed in. Er werd ook gedanst, kortom
het was erg gezellig. Ik ben ook de vloer op geweest en daar krijg ik
dan een dag later de rekening van. Ik ben weer helemaal los gegaan,
ik geniet van het bewegen op muziek, maar mijn lijf staat niet alles
toe. Zaterdag dansen en genieten, zondag volgt het keerpunt en op
maandag beweegt er nog maar heel weinig. Morgen zal het wel weer iets
beter gaan.
Vroeger,
een paar jaar geleden nog maar, zat ik bij de badminton. De laatste
jaren daar werden ook steeds lastiger. Als ik dinsdagavond had
gespeeld dan moest ik daar woensdag en donderdag voor betalen, maar
je hoorde me niet klagen. Ik hield mijn mond, maar wat deed het pijn.
Langzaam heb ik een en ander opgegeven en niet veel mensen weten hoe
het verhaal gaat. Ik ben geen klager, gooi er af en toe maar een
kreet uit. Mijn kinderen weten dat ik met pijn leef. En zelfs die
zijn niet op de hoogte van hoe erg het is.
De
meeste mensen die me kennen zien de vrolijke Ilonka. Zo wil ik ook
herinnerd worden. Dat heb ik geleerd uit het boek van Jaap Spaans,
Pijn zonder strijd. Daar staan goede dingen in over het omgaan met
pijn en het een plaats geven in je leven. Toch trap ik er soms in en
ga ik de strijd weer aan, maar krijg dan ook weer het deksel op mijn
neus, want deze strijd kan ik nooit winnen. Langzaam ga ik verder
achteruit en dat moet ik accepteren.
Zaterdagavond
was er een oudere man in het café, hij gaf me complimentjes dat ik
er goed uitzag en dat ik een mooie vrouw was. Hij kwam uit Brabant,
Tilburg zelfs, net als ons mam. Hij was er al vertrokken als klein
jongetje en woonde hier nu al jaren. We waren over Brabant bezig en
ik zei dat ik terug wil naar Brabant en liever nog naar België. Op
een gegeven moment kwam mijn pijn ter sprake (ik maakte een verkeerde
beweging en bezeerde me daarbij) en hij reageerde met een reactie die
ik vaker krijg: “Maar jij bent een mooie vrouw.”
Ik
zei: “Daarmee gaat de pijn niet weg.”
Hij
vond het heel moeilijk, stond te schudden met zijn hoofd. Ik lachte
en aaide over zijn arm. Hij zei dat hij me lief vond. Tja, dat ben ik
ook. Ik ben een lief mens, maar ik heb een donkere kant ook. Die kant
bespreken we later nog wel.
Ik
ben de dansvloer op gegaan en heb daar mijn gevecht geleverd. Ik heb
genoten van het dansen, dat pakt niemand me meer af. Soms denk ik
erover om het te laten, want als ik niet ga dansen dan heb ik de
dagen erna geen extra last. Ik kan natuurlijk gewoon stoppen met
dingen doen die me pijn geven...alleen is er dan eigenlijk niks over,
want pijn is dagelijks onderdeel van mijn leven.
Ik
vertik het om op te geven. Ik zou het zo graag doen. Ik zou zo graag
stoppen. Ik heb dat met die man ook besproken en hij heeft het me
verboden vanwege de kinderen. Nu ga ik niet uit het leven stappen
hoor, ik heb nog teveel plezier in alles wat wel gaat. Maar ik heb
ook mijn grenzen, als ze me morgen komen halen om naar de hel te
vertrekken dan stap ik vrolijk in de hellewagen. Daar hebben ze vast
ook een badmintonclub en een dansvloer. Ik heb er vrede mee als mijn
leven hier mag eindigen. Ik denk dat ik een goed leven gehad heb en
toch in elk geval drie goede dingen achterlaat. Mijn allerliefste
kinderen.
Ik
stort me nu maar op het schrijven. De emoties die de pijn me geven,
leveren veelal ook verhalen en gedichten op. Ik denk dat er voldoende
mensen graag mijn gedichten lezen. En misschien mijn verhalen ook
wel?
Over
dit stuk doe ik nu al twee uur, niet alleen door de pijn, maar ook
door het gesnotter en zelfmedelijden. Dus ik moet telkens een ander
zakdoekje zoeken. Het is weer genoeg geklaag voor vandaag. Tijd om
een aardige afsluiter te vormen. Een dichter doet dat. Ze heten niet
voor niks dichters.
tranen
vandaag stromen
ze
blijven maar komen
niet
te stoppen
ik
heb me wederom laten foppen
door
mezelf te geven
totaal
los gegaan
op
de muziek
de
dansvloer was te klein
of
ik te groot
te
wild
vandaag
word ik ingehaald door de pijn
en
ik weet het wel
het
komt telkens weer
keer
op keer
haalt
het me neer
toch
ga ik door
in
een kistje heb ik geen ruimte
om
totaal los te gaan
ik
word nog eens zot
van
het genot
om
alles los te laten
te
swingen
te
vechten
strijden
tegen alles wat me vastzet
de
passie in me moet er uit
mijn
binnenste wil naar buiten
dansen,
springen, vieren
dat
ik daarna de rekening krijg
doet
me niets
enkel
veel pijn
maar
daarom ga ik nog niet stil zitten
ik
ben te jong
ik
heb nog veel te veel te geven
ik
wil dansend door het leven
zet
de muziek maar hard
als
de pijn gezakt is ga ik er weer tegenaan
probeer
te doseren
zal
het nooit leren
wil
springen en veren
op
en neren
met
en
zonder jou
vol
met passie
ten
onder gaan
maar
niet vandaag
❤❤❤❤❤
BeantwoordenVerwijderen